back to start !


JAZZ - WORLD MUSIC

 

2012


enkel toegestuurde info en besproken/te bespreken CD's worden/werden hier vermeld, deze lijst heeft niet de ambitie om álle uitgaven weer te geven !

 

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

2014 2015 2016 2017

 

   
ID
 
PRODUCENT
 
LABEL
 
PERSTEKST OF (kort) RECENSIE
 
 
 
 


Hepcats

Easy Street
 
 
 
 
 

RN 005
 

Voor een stemmige, behaaglijke avond zit je met ook de knusse muziek van de Hepcats wel goed.Naast Arne zorgen daarvoor een bassist die als sideman (van o.a. Jan Muës) ons al steeds wist te bekoren , Flor Van Leugenhaeghe, en dan vervolledigt het kwartet zich met een paar talenten die vorig jaar met recht het 'Jazz Concours des Jeunes Talents' wonnen: Tim Finoulst op gitaar en Kim Versteynen, het zangeresje met de zachte vibrato dat zich anders ook al zo mooi 'in the middle' weet te zingen. Samen brengen zij vanavond in een dertiger, veertiger jaren 'hepcat' traditie die melodiën die je meteen meent te herkennen, songs uit het great American songbook, standards en more, hoorpareltjes uit de schrijfstok van Duke Ellington, Harold Arlen en Billy Strayhorn...
Onderuit zakken wordt dat dus op de tonen van 'As Long as I Live' (met eigen arrangement van Arne), 'Easy Street' (uit de gelijknamige CD van deze band uit 2012), of ook 'Cry me a River' van Arthur Hamilton en veel meer. In twee sets loodsen deze fijne muzikanten ons door een avond met warme melodiën. Sommigen blijven instrumentaal zoals 'The Jitterbug Waltz van 'Fats' Waller, anderen krijgen die zachte steminvulling van een dametje om in't oog te houden, Kim Versteynen. Tussendoor krijgen we aardige solomomenten vanwege Arne, Flor en Tim. Met veel applaus en een bis eindigt dan ook deze relaxte avond zoals je die mocht verwachten : géén grote spanningsvelden, géén billen tegen mekaar knijpen van excitement maar wél een, in het genre, uitstekend concert, gebracht door prima, én bovendien sympa artiesten !

(ref. concert JaZZora concert, Leuven 17/01/2014)


Winus

 
 
 
 
 


Jan-Paul Celea

Yes ! Ornette
 
 
 
 
 

OTN 016
 

Er was een tijd dat de muziek van Ornette Coleman niet aan Jean-Paul Celea besteed was, maar over de jaren is de bedreven Franse bassist blijven evolueren. Vrij recent kreeg Celea de smaak te pakken toen hij ontdekte dat de thema's van Ornette en de vrije manier om ze te spelen aansloten bij datgene waar hij zin in had.
Met Wolfgang Reisinger die hij al lang kent en met Emile Parisien die hij net had leren kennen zette hij een Ornette-project op stapel en deze cd is daar een fijn resultaat van. Met oude rot Reisinger speelde hij oa al samen in trio met Dave Liebman en met Joachim Kühn. De jonge Parisien leerde hij kennen op een festival en Celea vatte al gauw een grote bewondering voor hem op.
De drie wisten in hommage aan Ornette elkaar blijkbaar aangenaam te verrassen en te stimuleren. Wat zij brengen, klinkt bijna als uitgebeende Ornette Coleman, als uitgepuurde versies van bekende en minder bekende titels die doen denken aan de Meester op Middelheim in het jaar 2007. Maar hier horen we dus een trio en elk lid bespeelt maar één instrument. Dat er prominent één contrabas in zit, sluit aan bij het vroege begin met Charlie Haden. Tegelijk vat dit trio de geest van vroege en latere Ornette én komen ze met een eigen, warme sound. Parisiens spel op sopraan (geen altsax zoals Ornette meestal) speelt daar een grote rol in. Niet dat het spectaculair is hoe onverschrokken de prille dertiger de ruimte benut bij deze ervaren ritmesectie. Parisien eist de ruimte niet op, maar kleurt liefdevol de thema's in en schildert er met fijn penseel eigen ideeën bij. Samen met Celea draagt hij veel volle, warme kleuren aan. Celea en Reisinger combineren als uit de losse pols ritmisch met melodisch spel en het lijkt soms dat zij met drie op dezelfde vierkante centimeters aan het schilderen zijn. Dan weer zijn zij tegelijk aandachtig en losjes elk met een ander deel van het werkstuk in de weer, zo je wil sculpturen aan het maken die soms gladder, meer afgerond worden dan bij Ornette, maar ook diens grilligheid weten zij te vatten en vinnig te eren. Wat Celea, Reisinger en Parisien doen komt over als onbetwistbaar juist, maar eveneens als zoekend en kwetsbaar.
Om kort te gaan, het klikt tussen de drie en de muziek van Ornette. Ze weten ook voor een flink stuk zijn veelzijdigheid in de verf te zetten. Aan zijn op traditionele blues gebaseerde stukken gaan ze voorbij, maar ze eren wel met veel techniek en gevoel de vastbesloten, levenslustige Ornette zoals op 'Fixed Goal', de eigenzinnige zoeker, zie bvb 'Semantic Expressions', de sensitieve, oa met 'Lonely Woman' alsook zijn speels en danserig met latin dollen op 'Latin Genetics'.
'Yes Ornette!' is een origineel fijn eerbetoon dat warme aandacht verdient.
 
 

Danny De Bock

 
 
 
 
 


Eve Risser - Benjamin Duboc - Edward Parraud

TEn Corps

 2012

 
 
 
 
 

DT02
 
 
   
 

 

Drie Franse muzikanten die zich graag in de werelden van de moderne improvisatie begeven namen in maart 2012 samen een cd op die in de herfst van dat jaar uitkwam onder de titel 'En Corps". Free Jazz Stef (http://www.freejazzblog.org/) en Tony van Instant Jazz (http://www.instantjazz.com/) stuurden al gauw enthousiaste reacties de wereld in. Stef noemde het de plaat van het jaar en hield zich daaraan in zijn eindejaarslijstje. In jazzman jazzmagazine gaf Stéphane Ollivier de cd de CHOC-vermelding. Om maar een paar lovende recensies te noemen.

Dat op zaterdag 11 mei En Corps geprogrammeerd staat in Eden - CC de Charleroi is nu een mooie aanleiding om alsnog ook met jassepoes de loftrompet af te steken. Ook ondergetekende ging voor de bijl en vond het een van de beste cd's van 2012.

Met 2 tracks en een goeie 51 minuten muziek laat het zich raden dat je deze cd niet zomaar even opzet. Dit zijn 2 werkstukken die maar goed tot hun recht komen als je ze volledig laat uitspelen. Alleen zo halen ze maximaal effect en kan je aan den lijve ondervinden dat de trillingen van deze muziek in de ruimte en in je oren voor een aparte, heel fysieke belevenis kunnen zorgen. Op 'trans' namen de drie muzikanten alle tijd (34'51") om te zoeken en te bouwen, te wroeten en grenzen te verleggen. Meer dan één recensent had het over een vernieuwende aanpak voor de vaak beproefde formule van het pianotrio en dat is geen holle bewering. Hier horen we een vrije aanpak die nog maar weinig uitstaans heeft met het klassiek improviserende jazz pianotrio én een die voor kenners van de impro scenes ahw wereldschokkend nieuws was.

De drie hebben blijkbaar bagage en inspiratie genoeg om iets in gang te steken en vanuit het weinige waarmee ze startten te komen tot een wonderlijk muzikaal bouwstuk. Zij weten elkaar zo te prikkelen dat wat geleidelijk aan het rollen werd gebracht met een sneeuwbaleffect uitgroeit tot een homogene massa die de ruimte in beslag neemt. NIet dat dit maar een massieve impact krijgt door luid te spelen, neen, zij weten een grote verscheidenheid van klanken en ideeën aan elkaar te laten klitten en daar de indruk van een solide nieuwe muzikale constructie mee te wekken. Een die zelfs doordringt tot in je lichaam, die je ademhaling beïnvloedt en je zintuiglijk beroert. Ook 'chant d'entre' doet dat, zij het in een korter tijdsbestek (15'24"). Na 'trans' is de luisteraar ook al een grens over en kan er sneller een vergelijkbaar parcours afgelegd worden, zou je kunnen denken. Net zo goed kan het betekenen dat dit trio eenmaal opgewarmd intuïtief de bouwstenen uit hun instrumenten kan halen om delen van een nieuwe wereld te verklanken, een die schijnbaar natuurlijk groeit. Ideaal om in je op te nemen met een stevig glas goede wijn.

Danny De Bock

 

 
     

 

 

 
 
 
 


Ruben Machtelinckx

Faerge
 
Ruben Machtelinckx
& Rogé Verstraete 
 
 
 


Deze plaat plus cd vingen alras lof bij recensenten van Knack, Cobra, De Standaard, Kwadratuur, RifRaf, Enola en hopelijk vergeten wij er een paar. De jassepoes huppelt er achteraan en vleit zich neer in het fijne weefwerk van de vier muzikanten. De jassepoes spint bij zoveel moois.
Faerge is helemaal instrumentaal en toch klinkt menig stuk als een schoon liedje dat behalve jazzaddicts menig pop- en rockliefhebber moet kunnen bekoren, als die ook openstaat voor rustige, dromerige sferen en schoonheid die opdaagt als uit een mist. Het zachtblije 'Ladakh' opent meteen zangerig, hemels mooi blaast Badenhorst bij fijngevoelig bespeelde snaren die duidelijk maken dat het blij zijn niet helemaal vrij is van weemoed. 'Hymne' opent het venster op weidse, misschien Ijslandse landschappen die de muzikanten warmte en kilte doet vermengen, op hun gelaat de glimlach met een zekere tristesse. 'Louisiana' roept een uitgestrekt Amerikaans gebied op en kan 'Soundtracks' van Yves Peeters Group in herinnering brengen terwijl dit kwartet zonder drummer een heel ander klankbeeld laat horen, waaruit hier een glasheldere klarinet omhoog kringelt.
Naarmate dit album vordert komen meer vrije klanken en geluiden in het spel, check bvb 'Almost Gypsy', maar steeds weer komen er fijne melodieën bij - soms hoor je schijnbaar een eerder gespeelde en toch schuilt onder het mom van herkenbaarheid enorm veel variatie. Dit is muziek vol vindingrijkheid en van wonderlijke pracht, nooit opdringerig, wel innemend mooi. Associëren doe je vrij en bij deze muziek, met of zonder bvb Bill Frisell, Mógil of Hank Roberts. Er is plaats zat voor je eigen gedachten in deze muzikale ruimte. Tegelijk liggen de composities nu vast op schijf en behouden ze iets ongrijpbaars, zijn ze vatbaar om gelijkende en toch weer andere wegen mee op te gaan. Echt knap.


Danny De Bock

 
 
 
 


Manolo Cabras & Basic Borg

I wouldn't be sure
 
 
 
 


Voor wie wel eens live jazz meepikt in Vlaanderen of Brussel doen de namen van Lynn Cassiers en Manolo Cabras wellicht een belletje rinkelen. Haar zag je misschien al aan het werk met Octurn of Lidlboj of in concertante theatervoorstellingen met het Brussels Jazz Orchestra (Vliegen tot in de Hemel) of met het Vaganée Kwartet (Het Einde van de Wereld). Hem kan je al zien spelen hebben met oa Free Desmyter, Chris Joris, Augusto Pirodda of Erik Vermeulen. Je zag hen misschien ook al samen bij MALM of bij Riccardo Luppi's Mure Mure.
'I wouldn't be sure' van Basic Borg is een cd die blijk geeft van zin voor variatie en tegelijk een zekere homogeniteit uitstraalt. Voor de composities tekenden vooral Cassiers en Cabras elk afzonderlijk en op bijna elk nummer zingt of vertelt zij - al dan niet met vervormde stem. Haar stem is een heldere stem die zij door elektronica omgebogen in andere dimensies laat overgaan. Net als die van de stem is de rol van elk van de instrumenten er één van welgemikt doseren.

Openingstrack' G Whatever' maakt meteen duidelijk dat de muziek van Basic Borg een persoonlijke uitdrukking geeft aan gedachten, gevoelens en belevenissen. Eigenlijk zingt Cassiers misschien niet eigenzinniger dan An Pierlé, Björk of Kate Bush, maar omdat de muziek niet alleen naar pop, chanson en dans verwijst, maar jazz is, die ook invloeden verwerkt van Europese improvisatie en free, zal de cd niet zo makkelijk airplay vinden op de radio of zijn weg naar grote podia. Hier valt echter moois te ontdekken voor wie openstaat voor kunstzinnige muzikale creativiteit.
'I wouldn't be sure' geeft speels expressie aan twijfels en een eigen weg vinden. 'No Comment' klinkt als een muzikaal gebed en geeft uitdrukking aan de beleving van een liefdesrelatie. 'Pronti, Partenza, Via' klinkt alsof de muzikanten trollen en demonen op hun weg te vinden in een soort psychedelische free jazz. 'Now I Remembe'r lijkt een enge flashback te behandelen na LSD-gebruik. 'Plaça de Cristo Rey' klinkt dan weer als een poppy filmmuziekje met een mooie piano en 'Game Over' als chanson meets free jazz.
Tussen de songs door passeren fijne instrumentale kleinoden en sfeerstukjes. Met 'Dolce' kom je een zacht duet tegen van bas en drums. 'A Ciascuno Il Suo' straalt rustige aanvaarding uit en het plezier van samenspel en scheppingsdrang. 'Scalar'e Bottulusu' werpt schijnbaar een blik in een denkbeeldige klankenfabriek.
Met 'It should be there' trekt de muziek zich terug in de achtergrond om daar geleidelijk in op te lossen.

Het is uitkijken naar de cd-voorstelling, live in de jazzzolder in Mechelen op 8 februari, in de Sounds in Brussel op 9 februari 2013.

Danny De Bock


 
 
 
 


Marjan Van Rompay Group

Silhouette
 
 
 
 
 
 

Zacht aangeblazen neemt de eerste van de Marjan Van Rompay group een wel heel erg mooie start met 'Dirty September' waarin naast de blazers ook de piano van Bram Weijters ons weet te verleiden , Bram, ons bekend van allerhande uiteenlopende projecten, van z'n eigen trio over Dez Mona tot Hamster Axis of the one-click Panther, om er maar enkele, maar wel opvallende van te vernoemen, zit mooi in het geheel van klanken en kleuren en je hebt met deze start helemaal niet de indruk dat het hier om een debuut-CD gaat. Ook graag wat punten voor alweer een uitstekende Toon Van Dionant die ook al veel ervaring mee brengt, net zoals Janos Bruneel, aan bass, die mee bij 'Hamster' in de groep zit.Dieter Limbourg op zijn beurt, is een oudgediende en één der keurblazers van het BJO, maar ook, wat mij betreft, één van de opvallende klassebakken van het High Voltage Sextet en maakt dit selecte gezelschap kompleet en je moet het meteen Marjan mee geven, zij weet zich te omringen met een fine fleur aan muzikanten alwaar zij zich, als zij het waar maakt met deze plaat, zich meteen een speldje mag opprikken, als zij hier blijkt bij in te passen dan...Wat mij betreft maakt deze 'intro' dat echter direct al waar ! Marjan is trefzeker, genereus met de partijen ook die zij arrangeerde voor haar mede bandleden die ook in 'Dyson' mooi aan bod komen en die 7'32'' lijken zo te zijn gevlogen...In 'Waltz for Sander' staat zij als een dartele vlinder een heel stuk alleen tot de band komt meewalsen met een zangerige Janos aan de warme bas en een meeslepende Bram Weijters. Je hebt intussen wel door dat Marjan oor en voorkeur heeft voor melodie, zij schreef trouwens al de composities op deze verzorgde schijf (mooie kaft met foto-ontwerp van Antwerps stadsfotograaf Jasper Léonard !) en komt tegemoet aan de zucht van heel wat liefhebbers die zoeken naar melodische harmonieën in een jazzlandschap dat vandaag de dag daar niet veel meer om lijkt te geven... 'Reykjavik Excursion' is nog zo'n vertelling, een verhaal waar Dieter, als tweede stem aan sax, voor Marjan de loper uitrolt. Trillend, wat emotioneel, vertelt Marjan haar verhaal dat verder opgepikt wordt door Bram waarna Dieter haar vaderlijk terug binnen haalt.De drive van de bass en de drums maken dat het niet zo melig klinkt zoals ik het hier vertel...Een beetje droevig, met een hart dat nauwelijks bonst volgt dan 'Feel What's Real' en ik had me bij die titel eigenlijk wat méér levensvreugde voorgesteld. De overtuigingskracht komt echter pas na de solo van de piano, waar Marjan kracht lijkt uit te putten. Toch mooi, alleen wat te ingehouden, lijkt mij toch. ' Kill Your Darlings' schept daarna meer verwachting na de intro en het stuwende karakter van de drums is de force die meer dramatiek toevoegt. De bas van Janos breit daar mooie lijnen tussendoor en ook Marjan glijdt soepel als de zomerse wind in golfjes daar doorheen. 'Home' kan daarna een verlangen zijn, is expressiever en gooit dialogen open. Bij de vele glanspianisten die ons landje intussen rijk is, gooit ook Bram Weijters hoge ogen, hier weer eens het bewijs. Wat mij betreft is dit één van m'n lievelingsmelodieën op deze plaat. Al gooit ook 'Aiming' deze CD verder open met alweer een  vragende Bram Weijters aan de start, maar waar Marjan nu voluit in meegaat. De stemming zit goed, dat voel je meteen en de ritmesectie draagt dit schitterend mee langs gans de lijn. Besluiten doen we daarna op deze eerste van Marjan met de lekkere blues van 'Bam Bam's Baby Blackbird Blues' alwaar zij alle gène van zich lijkt af te spelen. En, als je't al helemaal  niet meer verwacht, komt gueste Paulien Van Schaik (zuster van Joost Van schaik, de Nederlandse topdrummer?) daar ook nog aan. Het nummer met haar staat immers als een bonustrack op de CD want past als enige gezongen compositie niet echt in het geheel. Het blijkt verder wel een zeer geschikte outro met die mooie karakterstem van Paulien, zoet gevooisd, net zoals de altsax van Marjan. Die zet met dit eerste album van haar een silhouette neer, gefeathered' met zachte randen maar met duidelijk karakter inside ... We kennen intussen al enkele vrouwelijke Vlaamse saxstemmen waarvan die van Sara Meyer (oa Saxkartel) ons ook al  goed bevalt, wees dus welgekomen Marjan, in dit jazzlandschap waar ook jij niet zal  mis in komen te staan...Dit is een fijn en meer dan genietelijk debuut van een artieste vanaf de start, laat dat intussen wél duidelijk wezen !


Winus

 
 
 
 


Jon Irabagon

Outright ! Unhinged
 
Irabbagast Records
 
 
 Irabbagast Records
 
 

De eerste track van de cd doet direct en niet zo onwillekeurig denken aan 'Ghosts' van het Peter Evans Quintet uit 2011. Het elektronisch gestuurde 1'11" durende 'Camp Douglas' brengt de inbreng in herinnering van Sam Pluta op Ghosts, de zgn live processing die tijdens het spelen en opnemen de klank bijstuurt. Verderop krijgt 'Camp Douglas' nog een tweede en derde vervolg zodat de elektronische programmering door Chris Cash een weerkerend gebeuren wordt in de loop van de cd. De associatie met Peter Evans is niet toevallig, want met hem maakt Jon Irabagon de blazerssectie uit bij Mostly Other People Do The Killing. De naam van MOPDTK laten vallen geeft dan weer een idee in welke richting deze jazzplaat voor een flink stuk uitgaat. Vanuit fascinatie en respect voor tradities in de jazz, maar met een intense drang om nieuwe vormen te vinden wordt met de tradities gedold. Wat goed is voor wilde exploraties en lichtjes fantastische composities en improvisatie.
Het gaat er op Unhinged soms wel wat wild aan toe, maar net zo goed kan je zeggen dat er enorm veel te beleven valt. Wie zijn jazz niet grilliger wil dan hard bop haakt al af bij track 2, 'Charles Barkley' waarbij (of met wie) het bij momenten nochtans lekker vingerknippen is en de muzikanten heel knap een ruim tien minuten durend stuk uitwerken. Het is niet het toegankelijkste nummer op de cd, maar geeft aan van welk niveau de muzikanten zijn. Jon Irabagon won in 2008 de Thelonious Monk International Saxophone Competition en kan u ook kennen van samenwerkingen met Dave Douglas, Mary Halvorson, Barry Altschul eva. Ralph Alessi is één van de beste trompettisten van zijn generatie en dito geldt op drums voor Tom Rainey en aan de bas John Hébert.
Meer uitnodigend dan track 2 om in deze 21ste eeuwse jazz mee te gaan is wellicht de zwoele latin jazz van 'Lola Pastillas'. Hoe de zuiderse passie hier met zalige humor en bedreven vingers, handen, armen en benen wordt benaderd, het speelt met en overstijgt de clichés, blaast ze aan de kant… om ze dan weer de hand te reiken en te omhelzen. Het uitstapje naar de latin jazz is als een vakantietrip, of een deel van een reis doorheen de muziekgeschiedenis langs monumenten als Frank Zappa ('Kremzeek!'), Paul Desmond ('Take Five'), orkestleiders als Count Basie en Duke Ellington, Charles Mingus, John Coltrane enz.
Het resultaat is een heel gevarieerde, knappe cd. Helemaal iets voor tijden van iPods en speellijsten die het beste uit verschillende genres samenbrengen, maar dan samen op één cd van één geweldige band met een resem gasten die de weelde alleen maar groter maken. Lichtjes fantastisch.

Danny De Bock

 
 
 
 


Samuel Blaser Quartet

As the Sea
 
 
 
 
 
 

As The Sea, zoals de zee, maakt eb en vloedbewegingen langs wegen van geleidelijkheid. 'Part 1' vertrekt van een bijna geruisloos, maar zachtjes trillend oppervlak. Als met korte pennentrekken schetsen de muzikanten kleine veranderingen in een uitgestrekte zeespiegel die langzaam in beweging komt. Alsof een oneindige weemoed zich in zijn slaap verroert en zichzelf wakker droomt.
Kleine golfjes worden groter en een komen en gaan van complexiteit in de muziek dient zich aan in wisselende gedaanten. De vier delen van 'As The Suite' vormen één lange sterk gestructureerde 21ste eeuwse suite. In versnellende en vertragende ritmes en met zuivere en vervormde klanken worden de stukken uitgewerkt. De technieken die deze muzikanten aanwenden zijn lang niet alle schools aangeleerd, met middelen van vrije improvisatie breiden zij eigenzinnig hun vocabularium uit. Pure schoonheid en onzuiverheid kenmerkt de zee en de golven op deze cd. Met het wassende water van de zee die leven geeft spoelt ook vuil aan op een denkbeeldig strand. En daartussen blijven kleine schatten achter.
Zonder de visuele prikkels die hun live concerten bieden valt des te meer op hoe fantasierijk het kwartet tekeer gaat en hoe fenomenaal hun spel is. Blaser speelt werkelijk verbluffend trombone. In 'part 3' lijkt hij ook een geeuwende zeegod te verklanken. En klonk daarvoor de gitaar van Ducret als de roep van een gemuteerde meeuw? Terwijl de snaren van Oester en de drums van Cleaver voor een krachtige onderstroom zorgden.
Bij 'part 4' denkt ondergetekende graag aan James Ensor, een stad aan zee en een stoet in de straten. Een wilde wind van over zee waait de optocht dan wel uiteen. De mens moet zijn meerdere erkennen in natuurkrachten zoals een woeste zee. De ontketende menselijke krachten van deze muzikanten zijn weliswaar niet te onderschatten.

 


Danny De Bock

 
 
 
 


I Compani

Garbo and  OTHER goddesses of Cinema
2CD
 
 
 
 
 
 

Fascinatie voor film is wel vaker een uitgangspunt voor muzikale projecten. Voor Bo van de Graaf is het intussen al meer dan 25 jaar een belangrijke rode draad doorheen zijn carrière. Hij moet zowat de enige overblijver zijn van I Compani zoals dat in 1985 rondtrok met een project van bewerkingen van de muziek van Nino Rota bij films van Fellini. De legendarische Italiaanse regisseur leefde toen nog en Bo van de Graaf is hem persoonlijk een exemplaar van hun LP gaan brengen. Ruim 25 jaar later kan I Compani een parcours voorleggen dat ook toneel, poëzie, mode en circus aandeed. En steeds weer komt er film bij, telkens pakt I Compani multimediaal uit.
De Garbo cd is samengesteld uit concertopnames van de Diva's voorstellingen in de lente van 2012. Dat project is een ode aan 20ste eeuwse filmdiva's, begerenswaardige actrices, idolen van voor de opmars van videoformats en het digitale tijdperk. De muziek straalt dan ook vaak grandeur uit, beweegt zich voornamelijk elegant, maar kan wel eens brutaal en hard uitpakken. De muziek verhaalt van passie in een context van entertainment, terwijl - het woord 'diva' komt uit de opera - het niet ontbreekt aan de drang om aan te sluiten bij de hoge cultuur. Of te reageren tegen. Een arrangement van Danza Sacra van Verdi past schitterend in het opzet. De namen van filmdiva's gaan hand in hand met de grote namen onder regisseurs en met seksuele verlangens die maar geleidelijk in minder bedekte gedaanten konden worden getoond. Bardot is dan ook een van de diva's die thuishoort in deze ode. Het nummer ter ere van B.B. bevat verwijzingen naar de volkse jaren '60 hit over de Franse schone. En terwijl ze konden plukken uit zowat een eeuw filmgeschiedenis en tijden veranderden kozen de makers ook Barbarella uit voor een stukje hommage. De nood om aan te sluiten bij de hoge cultuur was niet altijd even groot.
Bo van de Graaf weet met vnl eigen composities de uiteenlopende diva's en de filmklassiekers zowel met respect als met humor te eren, hij haalt er zelfs Sun Ra bij. Met zijn negenkoppige ensemble zorgt hij voor schwung en vaart, voor sier en praal alsook voor kolder en gekte. De Garbo cd klinkt als een knappe soundtrack, waarbij je het misschien niet helemaal eens bent met de keuze van de samples van stemmen, maar omdat die niet overdadig worden ingelast gaan ze ook geen struikelblok vormen. Het is de muziek die telt en in dat plaatje is het leuk vertoeven, met gedreven solo's in degelijke composities. Uitgevoerd door sterke muzikanten van wie sommige meer in jazz thuis zijn en andere in klassieke muziek. Voor wie zijn jazz graag vlot en aanstekelijk heeft een aanrader. Maar ook voor wie wat meer wil dan een entertainend orkest.
De mooi vormgegeven, voorzichtig te hanteren, want open te vouwen papieren uitgave bevat ten andere een bonus cd die verder borduurt op een ander project van I Compani, met name Last Tango In Paris. Na de dood van de actrice Maria Schneider in 2011 haalde het gezelschap dat project uit 2009 weer uit de kast en verwerkte het in een Tango en Impro voorstelling. Daarin paste zich vocaal de jonge Simin Tander in, een Duits-Afgaanse zangeres die in Nederland opgang maakt. Haar stemgeluid doet soms denken aan Björk, maar dan minder fragiel en meisjesachtig, meer met de warmte van een Zap Mama zangeres en de drang om te experimenteren zoals in ons landje een Lynn Cassiers. Zij improviseerde zich een rol in het concert en de Last Tango Suite daarin die gebaseerd is op de oorspronkelijke filmmuziek van Gato Barbieri.
De concertopnamen ter nagedachtenis van de actrice die via de film Last Tango In Paris jong doorbrak en met de snelle roem en druggebruik in de problemen kwam werden duidelijk ook met vuur gespeeld, maar gaan geregeld een eerder contemplatieve toer op. Het begint met een rotvaart en dan is er al heel gauw sprake van overpeinzing met dialoogfragmenten tussen Maria Schneider en Jack Nicholson uit de film The Passenger. Wat gezien de aanleiding zeer op zijn plaats is. Dat Last Tango In Paris ook een tangoproject was, maakt dat het zich heel goed leende in de opbouw van een ter nagedachtenis die passie, glorie, tragiek en verdriet verklankte.

 


Danny De Bock

 
 
 
 


Angles 8

By Way Of Deception,
 Live in Ljubljana
 
 
 
 
 
 

Wie The Liberation Music Orchestra een warm hart toedraagt, is het aan zichzelf verplicht om er zaterdagavond 13 oktober in Hasselt in zaal België bij te zijn. Niet omdat Charlie Haden er met een vernieuwd orkest aantreedt en evenmin omdat een meeting plaatsvindt die de stembusgang de volgende dag zal beïnvloeden, maar omdat Angles 9 komt. Enigszins vergelijkbaar met The Liberation Music Orchestra spelen Angles prachtige muziek voor een betere wereld.

Muziekliefhebbers die ferventer dan wij de free jazz in de armen sluiten, noemden in 2010 'Epileptical West, Live in Coimbra' van Angles zoniet dé dan toch één van de jazzplaten van het jaar. Nu is er de opvolger, alweer een live opgenomen CD. Het sextet van toen is een octet geworden, met een pianist erbij en een saxofonist extra. Goran Kajfes heeft in het octet Magnus Broo vervangen en in Hasselt spelen zij beiden trompet, vandaar Angles 9.
De link met free jazz valt niet te ontkennen, maar daarbij dient gezegd dat hier rond thema's wordt gespeeld, dat woorden als orkestratie en arrangementen hier volkomen op hun plaats klinken. Zo hecht komt de band live over, ideeën vallen elkaar niet voor de voeten of lopen de rode draad niet zinloos maar vooral ostentatief dwars in de weg. Zeker wijzen de neuzen soms in verschillende richtingen, maar het individuele dient hier het collectief. Zo goed als zij samen kunnen feesten en dansen weten zij overtuigend en meeslepend verhalen te vertellen van woede en van pijn. Of de luisteraar te overhalen tot een rondje cynisch lachen met bijpassende rituele dans - zie 'Lets speak about the weather (and not about the war)'. De muziek van Angles is een verbluffende synthese van muziek uit vele gebieden. De Zweed Martin Küchen en de zijnen halen oa inspiratie bij de roots van Afrikaanse stammen, Zuid-Amerikaanse populaire muziek, West-Europese en Balkanfanfares en vermengen dat en nog meer met een eigen beleving van postbop en free jazz tot vrije muziek die qua rijkdom, intensiteit en samenhang The Liberation Music Orchestra overklast. Angles putten uit meer invloeden en trekken meer registers open. De contrastwerking tussen rauw en verfijnd is groter en kleurrijker, de dramatische spankracht is minder geromantiseerd. Geen ode hier aan een bepaalde revolutionair of een Spaanstalige historische strijd. Angles stelt alle leugenachtigheid aan de kaak en alle menselijke wreedheid, zij het vooral die in de context van oorlog en bezetting. Met Küchen als leider stelt deze groep een muzikaal voorbeeld waartoe creatieve geesten samen in staat zijn en daarin zit de boodschap van hoop. Om Angles 8 te waarderen is het op geen moment echt nodig op de politieke geladenheid ervan te letten. De opbouw is zo sterk en de verbeelding en expressiemogelijkheden van de muzikanten zijn zo groot dat je niet de meest geoefende luisteraar moet zijn om te genieten van hun muziek. Daarin vind je verklankingen van een brede waaier aan gevoelens en daar komen woede en verontwaardiging bij, maar er is ook plaats voor vreugde, voor statige grandeur, voor subtiliteit, voor helende en hypnotiserende stukken. Dit is een Scandinavische band die oprechter bij de bestaansredenen van muziek blijft voordat die overmatig gecultiveerd werd en gecommercialiseerd. Dit is waarachtig levende muziek en Angles een live band die met mensen inzit. Niet te missen in Hasselt voor hun eerste concert ooit in België !

 


Danny De Bock

 
 
 
 


RVNY4

Trinity
 
 
 
 
 
 

In de twee minuten intro van openingstrack 'RR' zou je je bijna bij de begingeneriek kunnen wanen van een film van David Cronenberg. Een associatie die meteen een paar adjectieven kan oproepen: cerebraal en intelligent. Een associatie ook die de verwachting kan scheppen dat weloverdachte langzame stukken stevige, zoniet explosieve actie alsook bevreemdende passages zullen in- en uitleiden. Kort door de bocht is dat ook hoe je deze CD in een notendop zou kunnen samenvatten. Maar omdat nogal wat films van Cronenberg met viscerale horror gepaard gaan is het nodig er op te wijzen dat deze CD niets te maken heeft met griezelige sferen.
Na de twee minuten intro van de openingstrack vervoegen bas en drums de blazers en gaat het zaakje aan het rollen. Robin en Ralph maken er geen wilde roetsjbaan van, maar nemen de luisteraar wel mee in boeiend bochtenwerk. Zij tekenen niet meteen de meest voor de hand liggende vloeiende lijnen, maar de hersenen gaan aan het dansen. Daar helpt de ritmetandem aardig in mee. Jeff Davis zet er enthousiast zijn schouders onder en Thomas Morgan vlecht zijn baslijnen soepel in het geheel. In sommige nummers komen de aparte delen van de ritmetandem ook solerend aan bod. In 'Twelve' bvb waar de hoorbare speelvreugde je bijna kan doen zingen tekent Thomas Morgan voor een heel fijne, warmspeelse solo. Dit is het soort moderne jazz dat zich verblijdt in de vrijheid die oa Orrnette Coleman in de jazz heeft geïntroduceerd. Wilde impro moet je hier niet verwachten, maar je krijgt soms wel grillige patronen mee in een eigenzinnige hang naar schoonheid. Meermaals hoor je op deze CD ook een duidelijke belangstelling en liefde voor klassieke muziek. Voor kenners van het genre ligt hier een uitdaging om enkele inspiratiebronnen van de muzikanten te traceren, maar zij zijn zeker niet de gepriviligeerden om intens van deze CD te kunnen genieten. Voor wie de namen Verheyen, Alessi, Morgan en Davis associeert met heerlijke 21ste eeuwse jazz ligt hier een aanrader. Voor wie hen nog te ontdekken heeft: zeker proeven! Deze muziek heeft eigenschappen van grote wijnen, als daar zijn: verfijnd en complex, subtiel, evenwichtig, elegant.
Trinity werd uiterst vakkundig gemastered door drummer Dré Pallemaerts die met deze CD een heel knap schijfje op zijn 52 Creations label uitgeeft. Een man die hier nog maar eens bewijst dat hij de finesses van het mixen en masteren kent.

 


Danny De Bock

 
 
 
 


Mary Halvorson Quintet

Bending Bridges
 
 
 
 
 
 

Op woensdag 3 oktober treedt het Mary Halvorson Trio op in De Singel in Antwerpen, op 4 oktober in Brussel bij Recyclart. Zij is een jonge dertiger en geldt nu als dé vooruitstrevende gitariste. Opsommingen van samenwerkingen met jonge en gevestigde talenten en de opnamen waarop zij meepeelt doen duizelen. Een greep uit de namen: Anthony Braxton, Taylor Ho Bynum, Nate Wooley, Jessica Pavone, Tom Rainey, Stephan Crump. Onder gitaristen is Marc Ribot al langer een must see, sinds een jaar of drie Halvorson ook.
Sinds 2008 heeft ze met John Hébert op bas en Ches Smith als drummer haar trio onder haar eigen naam. Met hen nam ze Dragon's Head op in 2008. Voor de volgende cd's breidden ze uit tot kwintet. In 2010 brachten ze Saturn Sings uit en in 2012 Bending Bridges. Om deze laatste te smaken is het niet nodig de vorige te kennen. Luisteren is de boodschap.
Van bij het begin van deze cd vallen gracieuze lijnen op die zich niet minder met Middeleeuwse muziek laten associëren dan met progressieve jazz.
Opener 'Sinks When She Rounds The Bend' (No. 22) klinkt ruim 4 minuten als een gevoelig en fijnzinnig stuk vooraleer de gitaar als een rockgitaar gaat klinken en overstuur gaat. Dat even daarvoor Hébert nog subtiel een bassolo speelde, past niettemin schitterend in dit stuk. Mary Halvorson staat voor composities die je meenemen in overgangen die je niet meteen verwacht, voor puzzels met tekeningen die als anachronismen tegenover elkaar staan en toch op hun plaats staan. Zij slaat bruggen op manieren die je niet voor mogelijk achtte, zij doet bruggen buigen, spant ze op alsof ze hun veerkracht en plooibaarheid test om ze daarna - al dan niet terug ontspannen - in hun oorspronkelijke vorm te herstellen of, liever nog, in een nieuwe vorm achter te laten.
Vormen het spelen met bruggen mooie metaforen, het gaat op deze cd over veel meer. 'Forgotten Men In Silver' (No. 24) vertelt over glorie die vergaat, als gaan vergeten personages met hemelse klanken hun verval en ontbinding in. 'Love In Eight Colors' (No. 21) danst en zingt in heerlijke klankkleuren door tot weerhaken en tegenwind de kop opsteken, maar de liefde overwint.
De hele cd door - alle composities van Halvorson - krijgen jazz, folk, rock en noise hand over hand het heft in handen. Schoonheid, vreemde wendingen en geschifte uitbarstingen volgen elkaar in intrigerende grotere gehelen op. De meeste stukken spelen ze met zijn vijven, enkele in trio en waar ze meespelen schraagt elk van de muzikanten mee het verloop. Stuk voor stuk spelen zij op welgemikte plaatsen ook opvallende solo's. Wie met de kwintet cd's kennismaakte of vertrouwd raakte zal de blazers wellicht missen bij het Mary Halvorson Trio live. Toch zal dat gemis de belevenis niet minder intens en meeslepend maken. Dat maakte 'Dragon's Head' van 4 jaar geleden al duidelijk en doen de stukken in trio op 'Bending Bridges' opnieuw.

 


Danny De Bock

 
 
 
 


Mendoza-Sluijs-Soniano

3/4 Peace
 
 
 
 
 
 

Wie in of dichtbij Mechelen woont of er op 11/9 verbleef, had de kans om dit trio live te zien spelen in Café Equator. Wie er niet bij was en de plaat hoort, kan zich afvragen of deze fijne en delicate muziek in een café wel overkomt. Met een niet al te talrijk opgekomen publiek dat de aandacht bij de muziek hield, was dat wel degelijk het geval. Voor de gelukkige getuigen was het genieten !
Genieten is het ook van deze plaat, de eerste vinyl release van el Negocito Records. Een plaat die voor 3/4 vrede uitstraalt met fijngevoelige en elegante kamermuziek, composities die hersens en ziel van de luisteraar strelen en voor het overige kwart met stevige overtuiging masseren. Uiterst beheerst, met meticuleuze precisie bespelen de drie muzikanten hun instrumenten. Er zijn momenten dat ze tegen hoge snelheid hun technisch kunnen inzetten, maar dan volledig ten dienste van de compositie en niet als pocherig spierballenvertoon. Op café stuurde Mendoza met elektronische toetsen en effectjes 'From A Distance into space', maar op de lp tilt dit nummer als openingstrack de luisteraar naar een hoger niveau waar de sleur van de dag niet meer telt. Met 'Truth is a Dangerous Matter' volgt nog een bespiegelend stuk dat rustig, maar gevat de menselijke hang naar waarheid op zijn plaats zet. Daarna zijn we klaar voor een zangerige stap in de wereld van mythen en dramatische verhalen. O'rpheus Winterking' vertelt tintelend over gevaren die van uiteenlopende kanten kunnen komen. Piano, fluit en gestreken contrabas verklanken de mengeling van zelfvertrouwen en onrust in een bedreigende omgeving waarbij plotse aanvallen dienen afgewend. Missie volbracht, dan wenden we ons vroom, maar speels tot 'Jesus Maria' (van Carla Bley, zie Jimmy Giuffre, Paul Bley en Steve Swallow). Hoe Soniano hierbij op zijn klankkast tikt, klinkt simpel, maar is o zo gepast terwijl de altsax zweverig lyrisch beweegt en de piano de lyriek in een klassieke vorm houdt.Kant twee van de plaat opent met 'Certain Sound', een springlevend one minute stukje dat de grilligheid van 'Esda' (van Manolo Cabras) schitterend voorafgaat. 'Esda' is een vrolijk knap stukje moderne jazz. Daarop volgen twee langere zachte nummers. 'Embraceable You' (van Gershwin) krijgt een warme uitvoering die te meeslepend is voor woorden. En 'Glow' bezorgt je nog meer warme gloed. Een plaat die zoveel tederheid uitstraalt en zo integer klinkt, vind een mens niet gauw meer in een muziekwinkel. Schaf ze u online aan, 3/4 Peace is een parel.

 


Danny De Bock

 
 
 
 


Bruno Vansina Quartet ft. Steve Nelson

Stratocluster
 
 
 
 
 
 

Het eerste wat opvalt aan deze CD is het artwork, het kleurrijke hoesje met een speelse tekening die kinderlijke naïviteit combineert met een ietwat kritische blik. De tekening maakt nieuwsgierig, maar blinkt niet echt uit in creativiteit of originaliteit. Dan is het tweede wat opvalt een grotere meevaller: met het kwartet speelt Steve Nelson mee die oa meer dan 10 jaar ervaring kan voorleggen in het Quintet en de Big Band van Dave Holland. Dat maakt ook nieuwsgierig en hij draagt bij aan de muzikale kwaliteiten van deze CD.
Bruno Vansina hoorde u misschien al bij Flat Earth Society, in het Vansina-Verbruggen-Gudmondsson trio, bij Ewout Pierreux 5, het Tuesday Night Orchestra of het Brussels Jazz Orchestra. Of met dit kwartet dat zijn naam draagt of nog een andere groep. Hij is een man van alle saxen, klarinet en dwarsfluit, van beweeglijke ideeën en van soepel spel. Op deze CD neemt de muziek vele wendingen, maar speelt Vansina enkel op altsax. Dat impliceert geen armoe, die altsax laat hij overtuigend zowel warm en vol klinken als scherp en hard. Zes van de zeven composities zijn van zijn hand en daarin is plaats weggelegd voor Steve Nelson aan de vibrafoon. Soms kleurt die zachtjes in, andere keren schraagt hij mee de constructie en natuurlijk soleert hij ook. En zoals te verwachten doet die wat hij doet heel smaakvol en soms heel spitsvondig. Ongeveer hetzelfde kan, hoewel minder verwacht, meteen gezegd worden over de jonge Bert Cools die hier een sterke indruk maakt. (Met 'Hoeraa' vonden we hem niet zo overtuigend eind mei in Hnita). Vansina heeft zich enerzijds met gewaardeerd en anderzijds met te ontdekken talent geflankeerd. Achter de frontlinie zit een ritmetandem die vaak sterk op de voorgrond meespeelt. Jos Machtel speelt heel economisch en zorgt toch voor een intense aanwezigheid, Teun Verbruggen lijkt soms niet genoeg de maat te kunnen benadrukken en de tempowissels aan te dikken - je moet er van houden, het sleept je mee of het voelt als een struikelblok aan.
Titeltrack 'Stratocluster' opent enthousiast wervelend en 'Song Of Kwong' dat erop volgt gaat met een van vibrafoonklanken galmende intro de gevoelige toer op. Het zijn twee stukken die zich snel in het geheugen nestelen en goed de bakens uitzetten, deze nummers geven aan waarheen het verder gaat met de CD. Er valt veel te beleven in het gebied tussen wervelende en zachte bewegingen. Sommige composities duren misschien wat lang, maar op de uitwerking van de ideeën valt weinig of niets aan te merken. Een CD dus die het uitluisteren en herhaald beluisteren waard is! Goed mogelijk dat u meteen geënthousiasmeerd raakt.
De enige track die Vansina niet zelf schreef, maar prima in het geheel past, is van Cools, die we om zijn gitaarspel bijna fijnbesnaard zouden noemen. Dat wekt misschien een flauw lachje op, maar de titel van zijn compositie op deze CD raakt wel een gevoelige snaar. Wie noemt een compositie nu "Walter's Verjaardagsshow"? En dan wordt Walter Capiau verhoord over kindermisbruik kort na het verschijnen van deze CD. Laat dit ook nog één van de nummers zijn waarop Nelson zich het sterkst uitleeft. Zo krijgt een opmerkelijke titel nog een intrigerend randje.

 

 


Danny De Bock

 
 
 
 


Neneh Cherry and The Thing

The Cherry Thing
 
 
 
 
 
 

Het was 16 jaar geleden dat Neneh Cherry nog een langspeler opnam. Nu is er een nieuwe. In haar samenwerking met The Thing heeft ze een nieuwe invalshoek gevonden. Eén waarmee ze zich weer eens ten volle kan uitleven. Zij is niet meer de jonge vrouw van indertijd 'Buffalo Stance', 'Manchild' of de prachtige bewerking van Cole Porters 'I've Got You Under My Skin' dat zij invulde als een Stop-AIDS song. Zij is wel nog altijd een zelfbewuste vrouw die met beide voeten in de wereld staat en graag danst. Met The Thing komt ze dichter dan ooit bij de artistieke expressie van haar vader Don Cherry te staan. Hoe nu de paden kruisen van de vrije vrouw Neneh en de vrije jazz van The Thing maakt velen enthousiast. The Cherry Thing draagt de vruchten van prachtige kruisbestuivingen.
Dat dansgrage, die soepele Neneh Cherry-eigen bewegen in zanglijnen beïnvloed door hip hop vind je bvb op haar eigen 'Cashback'. Dat opent 'bass and voice' vooraleer de rest van het trio met grote zwier de bakens openzet. Hard en strak gaan de drums, rauw de sax vol pijn. Pijn komt er op deze plaat nogal wat voor, maar wordt afgewisseld met zoet zalvend sussen in de Suicide cover 'Dream Baby Dream' of bezworen met een dans. De 'Accordion' MF Doom' cover sluit aan bij Nenehs danswereld, maar Neneh gaat met The Thing voor een heel originele cover. In de 'Too Tough To Die' Martina Topley Bird cover wordt de pijn geweerd met een zelfzekere houding en spierballen rollen. Neneh Cherry klinkt als een niet kapot te krijgen heks, The Thing als vikings die met muziekinstrumenten de wereld veroveren.
Behalve één compositie van Neneh en één van Mats Gustafsson ('Sudden Movement') zijn het allemaal covers. 'Sudden Movement' lijkt eerst een gewiekste slow uit een donker sprookjesland, maar laat zich dan vergelijken met een donker ballet dat uitdraait op een wilde dans in trance. Het heeft dan even veel weg van de chaotische uitbarstingen op Funhouse van The Stooges met sax. The Cherry Thing weet na die uitbarsting mooi terug te keren naar het gewiekst trage refrein.
Van The Stooges coveren dit viertal 'Dirt' heerlijk slepend. Wat een versie van die 'I don't care' attitude van het kan mij niet meer raken die toch niet vol te houden blijkt en ontaardt in het uitschreeuwen van pijn en agressie. Daar weet The Cherry Thing uitdrukking aan te geven zo sterk als Edvard Munch aan De Schreeuw. Door die schreeuw volgt dan toch de loutering. Schitterend hoe Neneh Chery dan dat laatste brokje slijm uitspuwt. Over and done with.
Van haar vader Don Cherry halen ze een stukje uit 'Complete Communion'. 'Golden Heart' is hier een nergens te zweverige jazz meditatie die de dood als een deel van het leven aanvaardt. Van de grote Ornette Coleman kozen ze 'What Reason'. Die uitzonderlijke mix van schoonheid en pijn zoals Ornette die in een blues kan steken brengt The Cherry Thing zo overtuigend dat we weer extra blij zijn dat hij nog eens naar Jazz Middelheim komt. Kwamen Neneh Cherry en The Thing ook maar diezelfde donderdag, denken wij dan. En vinden troost in het goddelijk mooie slot van dit nummer dat 'bass and voice' afsluit.
 

 


Danny De Bock

 
 
 
 


Koos Wiltenburg Group

Hands On
 
 
 
 
 
 

Van de Nederlandse Koos Wiltenburg Group verscheen eerder in 2009 'What a wonderful day for the blues' en , hoewel we ze nooit eerder hoorde, zal het best wel met het gitaarstempel van Eef Albers er op gedrukt zijn. Dezelfde bezetting met hoogwaardige musici waaronder weer Eef Albers aan elektrische en akoestische gitaren brengt nu 'Hands on' en, hoewel crossover, kunnen we ze best onder 'jazz' rangschikken want, al gaat deze bal niet op voor alle tracks, d'er zitten best genoeg jazzelementen tussen. Eef is een toonaangevend Nederlands gitarist al doet z'n naam zo meteen geen belletje rinkelen. Hij nam onder eigen naam en met de Eef Albers Band een aantal CD's op maar is vooral een veelgevraagd gastmuzikant, speelde of werkte samen met o.a. componist Rogier Van Otterloo , bassist Stanley Clarke en pianist Christoph Erbstosser en blijkt zo gereputeerd dat de band soms aangekondigd wordt als de Koos Wiltenburg Group featuring Eef Albers...een grote meneer dus maar laat ons de andere muzikanten ook eens voorstellen en daarbij meteen maar beginnen bij de man die de band z'n naam geeft : Koos Wiltenburg zelf.Da's een professioneel muzikant met veel studio en theaterwerk die eerder oa samenwerkte met Georgie Fame, Lee Konitz en Toots Thielemans, ook al geen beginner dus ! Uit het befaamde Nederlandse Metropole Orkest komen dan rietblazer Leo Janssen die eerder ook in de Eef Albers Band zat en drummer Arno Van Nieuwenhuize die verder ook in popgroepen speelde met oa Fay Lovski. Aan percussie wordt die bijgestaan door Senegalees Mamour Seck die heel wat ervaring meetorst. Zo musiceerde die naast Hans Dulfer en Jan Akkerman uit eigen (Neder)land maar ook met kleppers als Youssou N'dour en met David Murray ! Laatste maar zeker niet de minste in het gezelschap is gitarist Thomas Zoetelief, een laatbloeier op gitaar en producer van deze 'Hands on' die vooral thuis geregistreerd werd, bij Koos dan ... Voorwaar een puik gezelschap om op je concertpodium staan te hebben ! Zoals gebruikelijk loop ik met jou langs de tracks van de composities die allen, op één na, door Koos werden gecomponeerd. En zo starten we tegen een Latin achtergrond in 'Touchdown', met krachtige gitaarlijnen na de saxsolo, een inventieve bas en dat alles mooi omkadert door de percussie die extra warmte toevoegt. Meteen een sterke entrée ! Trager van tempo en vertellend, met een voorangsrol voor de gitaar van Eef volgt dan 'Watching and Waiting', en nu begrijp je al meer waarom Eef zo geroemd wordt, een karaktergitaar is het. 'Time's Up' komt dan wat onstuimiger en vat alles dan duidelijk  in een meer jazzy én catchy tune. De tenor van Leo Janssen is helder en ook de solo van Koos rolt vlot je oor in. 'Wereldser' en vooral ook Afrikaanser wordt het met 'Katharsis', aan de start met Leo op de African Flute, die met de diepe warmte van het binnenland wordt aangeblazen en zo de juiste stemming treft. Een zangerige bas en de percussie van Mamour Seck kleuren de song verder mooi aan, waar staat die cocktail hier?... Back to jazz is het dan met 'Ginza' en daar mag de sax scoren in een funky, grootsteeds rhythm en zo horen we 't zelf ook graag. Drums en percussie stuwen je verder en het sterke, uitdagende, gitaarwerk van Eef maakt verder af. Tijd voor wat rust daarna want 'Sierra Moon' vraagt een luisterend oor en de gitaren gaan akoestisch. Leo blaast nu de klarinet dacht ik zo, in deze verder rustige muzikale vertelling... 'Estrellas' vervolgt dan weer warmbloediger en zo krijg je wel een heel gevarieerde CD. Een Spaanser getint nummer lijkt mij, dat gelijk rustig voortkabbelt maar ook heel wat sensualiteit in zich meedraagt zodat je het er warm van krijgt, mooi ! En in hetzelfde elan gaan we voort met 'Spanish Thoughts' en da's dan de enige niet Koos Wiltenburg compositie op deze schijf. Het is er eentje van Leo Janssen die in een Spaanse sfeer strelend, wat ingehouden, komt te soleren. 'La Cité' danst daar vrolijk achteraan, Leo solerend op de tenor en Thomas Zoetelief nu ook helder, als koel sprankelend bruiswater op de solo gitaar. De akoestische gitaar op het end lijkt me wat te ver naar achteren gemixt maar 't is wel weer een mooi nummer... Maar als ik mag kiezen dan geef je voor mij dan toch liever het weer erg sensuele 'Feels like Going Home' dat zo lekker doorzakt.

Weinig of niks op aan te merken dus op deze melodische schijf van de Koos Wiltenburg Group, en die naam onthouden we. Uitstekende muzikanten en composities die je weliswaar niet zo meteen bijblijven maar die wél graag terug gehoord worden. Bovendien is deze crossover een moeilijk genre dat al gauw naar het populaire of het makkelijke luistermuziekje durft af te zakken maar, voor alle duidelijkheid, is dat hier helemaal niet het geval, kwaliteit drijft steeds bovenaan en zo moet het ook . Een fijne schijf is het die heel wat sfeer in zich heeft en, nu de zomer toch lijkt los te barsten, exact op de juiste tijd uitkomt !

 


Winus

 
 
 
 


Electric Barbarian

barb wire
 
 
 
 
 
 

Je moet wel wat her- her- her- herhalingen kunnen hebben van gescratchte en al dan niet vervormde let- let- led! led! lettergrepen. Je moet ook wel wat poëzie kunnen hebben, een stem die voordraagt en niet zingt. Maar al lijkt dat een obstakel, de muziek zou je wel eens dermate kunnen bekoren dat het went dat je weer, weer en nog eens per- per- per- perfect - PERFECT! - getimed gescratch hoort.
Electric Barbarian gaat al een tijdje mee en als je deze CD een paar keer beluistert, begin je je af te vragen waarom ze deze zomer in ons landje niet op een groot podium staan. In de met strijkers uitgebreide bezetting horen we op deze CD de vruchten van wel heel geslaagde samenwerkingen. Het elektrisch jazzkwartet an sich is al niet min, maar met een hedendaags klassiek string kwartet erbij plus twee DJ's werkt de combinatie als een wonderbaarlijke vermenigvuldiging.
De dichterlijke voordracht is een terugkerend element doorheen de CD, de poëzie is de niet altijd even aanwezige rode draad, de kapstok voor deze muzikanten om zich uit te leven en hun creativiteit te botvieren. De poëzie is van een militante zwarte uit de jaren 1920 genaamd Langston Hughes. Het is geschiedenis, maar geschiedenis die doorwerkt tot vandaag de dag. Er zit alledaagsheid in van vroeger en alledaagsheid van alle tijden. Het is poëzie die je aan het denken kan zetten. De voordracht van oude realiteit wordt in de tegenwoordige tijd gemixt, in het nu, in onze multimediale tijd vol elektronische mogelijkheden.
De drums van Harry Arling gaan vaak straight ahead, maar leggen net zo goed grillige patronen, die oa aan drum an' bass refereren. Arling is een stuwende kracht, elektronisch gepimpt als in een rockband. De elektrische bas van oprichter Floris Vermeulen vult de ritmetandem aan met pulserende tonen en funky shit of in tragere stukken met de gevoelige snaar. Trompettist Bart Maris vergroot meermaals met aangrijpend en meeslepend spel de dramatische spankracht, hij stopt her en der een haast hartbrekende gevoeligheid in zijn spel. Jozef Dumoulin weet met de juiste Fender Rhodes op de juiste momenten, vaak louter met klanken en geluidjes, de sfeer te verklanken en te versterken. De turntable-artiesten scratchen er zoals gezegd op los, maar spelen functioneel en efficiënt met herhalingen van lettergrepen en woorden. Daarbij komen dan regelmatig ook nog de snaren van violen en cello, wat een orkestrale pracht doet ontstaan die ook weer naar de geschiedenis van de jazz verwijst, oa naar Charlie Parker with strings – all the way back.
Dames en heren, als jazz voor u met turntables mag samengaan, dit is een fantastische CD die body and soul beweegt.

 


Danny De Bock

 
 
 
 


Del Ferro - Vaganée Group

Happy Notes
 
 
 
 
 
 
 

De Del Ferro-Vaganée Group is geen 'nieuw nieuws' want bestond al eerder in de vroege jaren negentig van vorige eeuw en al klinkt zulke uitspraak als oud antiek, zo lang is dat écht nog niet geleden (ja,lap ! toch al bijna 20 jaar na het uitkomen van de eerste CD toen : 'Introducing', en die verscheen al in 1993 ! How time flies...) In 1996 volgde nog de CD 'Live' en toen was het gedaan want beide heren hadden natuurlijk drukke agenda's en hopen projecten waarvan voor Frank waarschijnlijk het oprichten én in stand houden van Nationale trots Brussels Jazz Orchestra het  belangrijkste wapenfeit zal geweest zijn en voor Mike Del Ferro was dat ongetwijfeld ( want steeds weer aangehaald) zijn 'Opera meets Jazz' project (met o.a. Toots Thielemans en Richard Gaillano) uit 2004. De ritmesectie mag dan weliswaar nu anders zijn met Jos Machtel (nu  o.a. al jarenlang de vaste bassist van het BJO) aan de bas, daar waar dat vroeger Stefan Lievestro was en Jens Düppe zit nu aan de drums waar dat vroeger Hans Van Oosterhout was. Hans is ons welbekend maar Jens blijkt hier zowaar de enige nobele onbekende in deze nieuwe samenstelling al hebben we die ongetwijfeld zeker al wel es gezien in het gezelschap van Pascal Schumacher,waar die ook bij speelde..dat moet ik bij gelegenheid es natrekken...

'Happy Notes' lijkt evenwichtig samengesteld met een ongeveer fifty fifty verdeling waar het composities betreft met 1 streepje meer voor Frank en het is 'Triolette ' van zijn hand dat dit ruime luisteruur (65:27) mag inzetten.Een mooi thema, fijntjes ingeborsteld en lekker voorzien van een doorstappende baspartij waarin om beurten de protagonisten soleren, te beginnen met Mike aan de toetsen, gevolgd door Frank op alt. De ritmesectie krijgt eveneens een gordijntje en alles dottert heel gezellig en relaxt verder. Zo ! De toon is gezet en die blijkt volledig door de CD-titel te zijn omschreven : happy notes zonder enige drukdoenerij. Zo ook opvolger 'Seconds' dat in een traag walsje wegdanst met Mike Del Ferro héél licht sprankelend op de toetsen. Ook Frank is voorzichtig en héél subtiel in deze erg breekbare  maar wondermooie ballade, het is bijna als op eieren lopen... Gevoelig sluit 'Pat' daarbij dan ook weer aan maar 't mag dan wel een licht combo-gevoel opwerpen, de soli zijn nooit minnetjes,integendeel erg mooi uitgewerkt of steeds verder 'van de pel ontdaan' door Mike en je was al haast vergeten wat voor een goeie pianist die wel is. 'Pat' heeft ook een heel fijn, meeslepend tempo waarvoor  Jos en Jens dan weer tekenen. 'Little Tooth' is er dan weer één van Frank en hier gaat-ie al meer op de tippen. Een doorstappertje is het waarbij Frank de solo doorgeeft aan Mike die daar heel kunstzinnig gaat rond zitten improviseren. Ook Jos Machtel geeft er een mooie draai aan en heel traditioneel volgt dan Jens op drums .Mag ik zeggen dat intussen het luisterplezier erg groot is? Genieten is het ook bij 'Frankly my dear' en je spitst de oren om vooral niks te missen van de wegen die gaandeweg betreden worden, breed vertellend maar nooit grootsprakerig als je begrijpt wat ik bedoel? Lyrisch zodat je d'er wel een beetje weemoedig bij wordt ook, dat heb je ook met 'Kenya' waarbij Frank weer heel omfloerst de altsax beroert en wij hebben 'm dat al eens anders weten doen ook ! De titelsong die dan volgt is een vrolijk vluggertje dat er in net geen minuut door gaat. Veel muzikaliteit echter en met deze melodie kan je veel meer,denk ik zo. Ik denk dat je' t zelfs naar big band kunt uitbreiden of arrangeren maar da's hier wel niet de bedoeling. Het blijft een gezellig kleinood,  een 'happy  note ofte tune' en dan hoeft dat ook niet langer te duren. 'Something' is dan weer 'stijlvoller' en dartel, in de context van deze CD haast een uitspatting al blijf je hierbij ook wel op je stoel, zij het dan ietwat meer gespannen. Want daarna worden plooitjes weer snel glad gestreken met 'Saturday' waar de solo van Jos Machtel er best mag wezen. Je stelt je hier live wat applausjes achter de soli voor maar mag ik nog es herhalen : dat hoeft niet echt bij zulke intimistische nummers. Met je applaus achteraf beloon je ook wel de musici en je behoudt bovendien de rust van het stuk...'Reunification', da's één de weinige uptempo nummers op de schijf en die komt er nu aan. Van mij mag het intussen want de teneur van het album is me toch wat te mak, ongeacht de muzikale kwaliteiten en virtuositeit van de muzikanten. Het is zo'n schijf die je makkelijk kan draaien bij het lezen van een boek en daarbij aansluitend mag ik zeggen dat je met het laatste nummer : 'I'll wait for You' dan meteen ook het laatste blad mag omslaan. Een aangenaam luisteralbum was het maar 't zal zowel z'n medestanders als tegenstanders wel hebben zekers ? De gezelligheid druipt er immers met momenten wat te veel van af en mag dat nog wel in 'this age of new jazz?' Ach wat, van mij mag het voor een keer !

 


Winus

 
 
 
 


Philippe Le Baraillec

Involved
 
 
 
 
 
 
 

Deze pianist was voor ons nog een nobele onbekende en het woord 'nobel' is hier geen beetje op zijn plaats. Het duikt op in de liner notes in het tekstje dat Philippe Le Baraillec zelf aandroeg. Hij verwijst naar een chassidisch verhaal waarin de mens wordt vergeleken met een draaitol, die enkel in beweging zijn waardigheid, zijn nobelheid en evenwicht bereikt. Een vreemde vergelijking misschien, want een tol kan zichzelf niet in die draaibeweging brengen die zo fascineert (en nooit lang duurt). Een tol moet steeds weer opgewonden worden: er moet een hogere macht zijn. De weinige woorden die Le Baraillec aan de instrumentale muziek op CD toevoegt, wijzen op een zekere religiositeit en streven naar edelmoedigheid. De muziek zelf getuigt van een grote gevoeligheid en titels als 'Not For Lilian (to Lilian)', 'Choose Choosin', 'War Photographer' wijzen op een grote betrokkenheid met de nabije omgeving en de wereld rondom. Involved is dan ook een toepasselijke titel voor deze CD. Voorts laat Le Baraillec zijn composities spreken zonder woorden.
De pianist is hier omringd met een Japanse drummer, een Italiaanse bassist en een Amerikaans saxofonist. De ritmesectie levert fijn werk af en springt soms echt in het oor, maar het is vooral de blazer die grote namen (oa Paul Motian, Carla Bley, Steve Swallow) onder zijn bewonderaars mag rekenen. Chris Cheek mag dan geen Sonny Rollins of Charles Lloyd zijn, hij heeft wel een prachtige klank en kan een indrukwekkende discografie voorleggen. Om maar een voorbeeld te geven: op zijn CD 'Vine' spelen oa Kurt Rosenwinkel en Brad Mehldau mee. En dezer dagen toert hij met het Axis Saxophone Quartet met Joshua Redman, Mark Turner en Chris Potter.
Al halen de negen tracks op deze CD geen ontstellend hoog niveau, de composities van Le Baraillec hebben Chris Cheek natuurlijk niet zomaar overtuigd om mee te spelen. De gevoeligheid en klasse van de pianist, zijn oor voor evenwicht en drang naar schoonheid leveren persoonlijke en bijzonder fijne muziek op. Zonder uitermate spectaculair te zijn tintelen en bewegen de composities van deze pianist als sterretjes aan een warme nachtelijke hemel.
Wat een onfeestelijk gladde versie van 'St-Thomas' daar achteraan komt doen, begrijpt ondergetekende niet, maar laat u zich daar vooral niet door afschrikken!



Danny De Bock

 

 
 
 
 


Cactus Truck

Brand New for China
 
 
 
 
 
 
 


Wie nog eens wilde energie wil zien en horen, moet Cactus Truck een keer gaan zien. Deze week bijvoorbeeld in Gent op Citadelic, het vervolg op Jazz sur l'herbe. Wilde jazz die refereert naar John Zorns Naked City en Japanse noise. Een groep die oa het voorprogramma verzorgde voor The Ex en The Thing. Terrie Ex noemde hen in The Wire de ontdekking van het jaar 2011. Op youtube kan je makkelijk een filmpje vinden waarop Terrie Ex meespeelt met Cactus Truck - het kan helpen om wat structuur te vinden in de wilde ideeënstroom die dit trio uitspuwt.
Deze lente bracht Public Eyesore het eerste officiële album uit van Cactus Truck. Het is op het eerste gehoor een plaat vol chaos, maar voor wie van free jazz kan houden is dat een soort chaos waarin alles goed zit. De drie vliegen er ontstuimig hard in en vullen elkaar voortdurend knap aan. Ze leven op een rauwe manier hun blues uit en houden de spanning er evengoed in als ze even vertragen - maar langzaam is voor hen een begrip dat niet lang kan duren, de drie stuwen elkaar binnen de kortste keren weer aan. Mij herinnert deze Sturm und Drang aan het ontdekken van de lp Funhouse van The Stooges, een band waar Cactus Truck ook naar lijkt te willen verwijzen met 'Search and Restore'. Dat is een stukje op 'Brand New For China!' van nog geen halve minuut dat volgt op het bijna elf minutenlange 'Aporia' waarmee de CD begint.
De gensters springen eraf bij het enthousiast woeste improviseren van Cactus Truck. De energie die vrijkomt bij het botsen van de klankenstromen van de verschillende instrumenten maakt dat we hier niet meer kunnen spreken van een geheel dat groter is dan de som der delen, hier moeten we spreken over kwadrateren en verheffen tot een nog hogere macht. Cactus Truck staat voor gedroomde uitspattingen in een tijd waarin zogeheten vooruitgang cumulatieve sprongen maakt. Geen halfbakken poëtische rushes of blood hier, maar ongepolijste passie die zich vurig een weg baant. Dit is nog eens een opwindende CD ! Eén waarop ook een flinke dosis humor niet ontbreekt, te vinden in muziek en titels en de combinatie ervan: zie bvb 'Sweet Movie' en 'The snotgreen sea', 'the scrotumtightening sea'....



Danny De Bock

 

 
 
 
 


Leroux
Landfermann
Burgwinkel

Leroux
Landfermann
Burgwinkel
 
 
 
 
 
 
 Leroux manifesteert zich al enkele jaren als een zoekend muzikant die met respect voor traditie ook graag nieuwe wegen uitprobeert. Je hoorde en zag hem misschien al met Yves Peeters Group, het Kirsten Cornwell Quintet of recent solo ihkv een JazzLab Series double bill met Collapse. Dit zijn maar enkele referenties die aantonen dat zijn gitaarspel waardering vindt. Daar komt dus nog bij dat dat De Werf deze CD van hem en zijn internationaal trio wilde uitbrengen. De Duitse kompanen in deze bezetting zijn dan ook geen beginnelingen. Landfermann werkte oa met Joachim Kühn, Tomasz Stanko, Rudi Mahall. Burgwinkel oa met Uri Caine, Mark Murphy, Nils Wogram. Deze jongens heb elk hun brede belangstelling en ze werken ook dezer dagen mee aan uiteenlopende projecten.
Als trio doen ze met deze CD ook heel verschillende wateren aan. Daar zitten heel rustige plassen bij die niet erg diep zijn, maar waar zich aan de oppervlakte wel fijntjes een lichtspel afspeelt met schaduwen van bomen en blaadjes. In dat opzicht is het artwork op het CD-doosje ook erg geslaagd. De hoes suggereert verstilling en onderzoeken naar diepgang en gelaagdheid en die vind je ook terug op de CD.
Bij een eerste beluistering kan je geneigd zijn de CD in het hokje van geïmproviseerde muziek te willen stoppen, maar dat is niet vol te houden. Het is maar al te duidelijk dat aan deze CD gewerkt is. Het vaak rustige spelen met minimalistische trekjes klinkt wel overdacht en evenwichtig, vast zijn de meeste stukjes geleidelijk gegroeid en de nodige afspraken gemaakt. Improviseren en zoeken waren zeker ook nog van de partij bij de definitieve takes, maar toch.
Behalve rustige stukken brengt deze CD ook momenten waarop de drie heel stevig uitpakken. Hoewel iets helemaal anders kun je bij 'Ambitransitive' nog 's denken aan 'Beautiful Love' zoals Helmet dat op CD zette, het leunt zwaar bij rock aan. Maar ook voor je halverwege de CD bent, krijg je met 'Stumble' al aardig wat gekronkel dat speelt met snellere ritmes en onrust, maar dat verwerkt in een bijzondere spanningsboog.
Het gitaarspel van Leroux is er niet één van ongelooflijke vernieuwing, maar wel één met een eigen stempel die fascineert. Deze trioplaat geeft weer eens extra glans aan de discografie van Leroux én aan de catalogus van De Werf.



Danny De Bock

 

 
 
 
 


Nathan Daems Quintet

Praten Dialect
 
 
 
 
 
 
 

Op Gent Jazz 2011 lieten ze horen dat ze als groep flink wat in hun mars hebben en daar terecht stonden, maar het schoof niet altijd allemaal even goed in elkaar. Op deze cd, opgenomen in april 2011 en gemixt in september, pakt de mayonaise elke keer.
Het begint al bij Moo! (barak) dat invloeden verwerkt van psychedelica van rond 1970 en beelden oproept van woestijnen, slangenbezweerders en vliegende tapijten. Het hangt bepaald niet als los zand aaneen, het is een coherent geheel dat net onsamenhangende zweverige toestanden vermijdt.
'A Tinge of Colour' sleept je langs een trage intro mee in een kleine suite waarin de ritmesectie met gepaste keuzes en accenten de ideeën begeleidt van blazer, toetsenist en gitarist die elk met eigen klankkleur het voorplan innemen. Zonder nodeloos ingewikkeld te worden verdiepen de muzikanten zich fijntjes in de kleurtinten die Daems voor ogen heeft.
'Rashko' laat zich associëren met achtervolgingsscènes van sixties en seventies movies als Bullitt en aan Pink Panther humor. De tempowisselingen zitten perfect, het vertragen en versnellen, bijna outfaden en weer aanzwellen blijven elkaar heerlijk opvolgen. Het nummer krijgt zonder erg vet te worden ook nog een flinke dosis spacey funk en het vermengen van stijlen levert een sterk lang nummer op met een stevige structuur. Breed grijnzend keren we terug naar het thema.
'Tehina Libanaise' lijkt na twee stukken van meer dan tien minuten wel een kort kinderliedje. Even toch, want halverwege besef je dat je weer met een stukje degelijke jazz te maken hebt met invloeden van New York over Afrika tot het Midden-Oosten.
Na deze vier composities van Daems volgen er nog twee van Ottervanger, één van Daems en de standard 'Alone Together' van Arthur Schwartz.
'Koekel Ziet Alles' van de toetsenist speelt met de kracht en dreiging van zware gitaarrock, maar schakelt soepel over en weer naar muziek uit de drogere streken bij de Middellandse Zee. De psychedelica zijn weer niet veraf.
Met 'Bhooshani Business' zitten we weer in een langer stuk van Daems. Het sluit heel goed aan bij 'Koekel Ziet Alles', maar blijft met ruim 11 minuten dus lang niet zo compact. Er is plaats voor een stevige drumsolo, gitaarsolo en lekker toetsenspel. De ene luisterbeurt wil je misschien passen voor weer nog ’s een lang nummer, de andere keer kan je er graag in meegaan.
De laatste 2 nummers overtuigen van de eerste keer dat je ze hoort. Het trage 'The After Renovation Lack' sleept je mee in een bijna Lynchiaans sfeertje en 'Alone Together' krijg je zoals je ’t echt niet had verwacht.

De WERF heeft weer een aanrader in de lijst van jazz-cd’s.
 



Danny De Bock

 

 
 
 
 


Ahmad Jamal

Blue Moon
 
 
 
 
 
 
 

Als twintiger maakte hij intussen al lang legendarische opnamen voor platenlabels als Okeh en Epic met een trio line up zonder drummer, met Israel Crosby dan wel Eddie Calhoun op bas en Ray Crawford op gitaar. In 1956 koos hij voor een nieuw geluid en ruilde de gitarist in voor een drummer. Met Vernel Fournier op drums en Israel Crosby op bas nam hij 'But Not For Me' op, live at the Pershing, hotel waar ze het huistrio vormden. Tegen die tijd had hij de critici niet meer zo tegen die hem een cocktailpianist hadden genoemd, want Miles Davis had Jamal geprezen voor zijn timing en de manier waarop hij ruimte gebruikte in het spel met zijn ritmesectie. Jamal brak commercieel door en vijf decennia later is hij nog steeds een geprezen pianist. Hij is een pianist met een grote levensvreugde, een fier man en een gentleman - dat hoor je in zijn spel dat is blijven evolueren. Hij wordt in juli 82. 

Jamal speelde de voorbije jaren veelal met bassist James Cammack en drummer Idris Muhammed, maar nu brengt hij 'Blue Moon 'uit op het gloednieuwe label Jazz Village (platform dat bij Harmonia Mundi hoort) met bassist Reginald Veal, drummer Herlin Riley en percussionist Manolo Badrena. Meteen een sjieke release van vier heren van stand. Met Badrena speelde Jamal al eerder samen. Veal en Riley werkten lang samen met Wynton Marsalis.

De CD behelst een intrigerende keuze uit het grote aanbod van jazzstandards plus drie composities van Jamal. Negen stukken die in lengte variëren van goed vijf tot ruim dertien minuten en doen verlangen naar zomerjazzfestivals, bvb naar GentJazz, waar ook altijd degelijke mainstream jazz op de affiche staat - in 2004 nog Ahmad Jamal - of naar Jazz Middelheim - waar hij in 2010 speelde. Opener ‘Autumn Rain’ bouwt vrolijk en ietwat pompeus een spanning op om langs een stortbui over te gaan naar taferelen van  leven dat weer in beweging komt terwijl her en der nog regendruppels druipen. De standard 'Blue Moon' is speelser. Lichtvoetigheid en ernst gaan hand in hand en zo ook raffinement en eenvoud. Vanaf Blue Moon is het een plezier om mee op te gaan in de warme en soepele speelstijl van Jamal, die verhalende lyriek combineert met danserige vreugde en welgemikte herhaling. Licht en donker, vreugde en melancholie weet hij zo samen te brengen dat hij een ruim publiek kan inpakken. En toch blijft hij zichzelf en integer. Hij heeft hier ook weer eens begeleiders die de rijkdom in zijn spel perfect aanvoelen en commercieel vooruit helpen; het resultaat is bewonderenswaardig geloofwaardig. Deze oude pianist blijft een schitterende pianist.

Bij de standards zijn er minstens een paar verbonden met oude films. ‘Laura’ gaat terug op de gelijknamige film noir uit 1944. David Raksin schreef het pakkende thema dat Jamal  hier met minimale begeleiding adembenemend mooi en meeslepend speelt. Bronislau Kaper schreef in 1950 ‘Invitation’ voor de film ‘A Life Of Her Own’ die meer indruk maakte omwille van de muziek dan als film. De muziek werd in 1952 opnieuw gebruikt voor de film ‘Invitation’. Een versie van John Coltrane in 1958 droeg er in grote mate toe bij dat ‘Invitation’ een standard is geworden. Jamal laat het nummer met grote verleidingskracht en de zacht, maar beslist stuwende ritmesectie gracieus dansen. Van de eigen composities op deze zijn ‘I Remember Italy’ en ‘Morning Mist’ de sterkste. Schrik niet als beide je recht in je hart raken of overrompelen.



Danny De Bock

 

 
 
 
 


Freefall

Grayscale
 
 
 
 
 
 

De groepsnaam verwijst naar de laatste plaat van het Jimmy Giuffre Trio met pianist Paul Bley en bassist Steve Swallow. De reden om deze CD van 2010 hier nu te bespreken is dat de groep op 3 maart live in de Singer in Rijkevorsel te zien is. Wie het Ab Baars Trio of Aki Takase in duo met Louis Sclavis kan smaken, kan hier wellicht ook zijn gading vinden. Wie met de vrije muziek van nu wil kennismaken, kan er goed aan doen een concert van Free Fall bij te wonen, want in een club met een aandachtig publiek vind je de kans om geconcentreerd te luisteren.
De drie leden van dit trio bestegen in andere formaties al eerder podia in onze contreien. Ingebrigt Haker Flaten maakt deel uit van The Thing met wie Vandermark op de laatste editie van Follow The Sound meespeelde. Wiik speelt met Vandermark in het trio Side A en met Haker Flaten in het kwintet Atomic. Met Free Fall vormen zij sinds 2001 een trio in de geest van het genoemde Jimmy Giuffre Trio. Een trio zonder drummer dus en Vandermark blaast in deze setting enkel op klarinet en basklarinet, niet op de tenorsax, zoals hij in sommige andere groepen doet en als hij solo aan de slag gaat. In de geest van Jimmy Giuffre op de Free Fall plaat, dat wil ook zeggen dat we een moderne vorm krijgen van kamermuziek waarbij de grenzen tussen compositie en improvisatie erg vaag zijn. De groep Free Fall improviseert en componeert dan wel in het verlengde van hun voorgangers op de lp uit 1962, de vruchten van hun samenwerking zijn toch duidelijk van latere datum. Niet dat ze er samples bijgooien of andere elektronische hulpmiddelen aanwenden, maar deze drie zijn kinderen van hun tijd. Zij werden geboren toen of nadat de vrije improvisatie en de harde free jazz van de jaren '60 nog tot bloei moesten komen, zij hebben heel wat anders achter de kiezen dan Jimmy Giuffre, Paul Bley en Steve Swallow toen. Intussen gaat het er wel vaker grillig aan toe in de vrije muziek en natuurlijk zijn er nu avontuurlijke vrije muzikanten die inspiratie zoeken en vinden in de vroege free. Zo komen deze heren op eigen wijze tot hedendaagse muziek die zowel ingetogen en delicaat kan zijn als nerveus of scherp spelend met weerhaken.
Op hun meest recente CD vind je negen stukken, alle met een titel in het Latijn. Elke titel lijkt te verwijzen naar een vorm van grijs, wat de titel van de CD helemaal doet kloppen. Op een schaal van grijs onderzoeken zij uiteenlopende tinten en zij maken daar intrigerende en indringende onderzoeken van. Zij volgen daarbij oude richtlijnen en combineren die met recentere methoden. Het doet dan ook passend aan om songtitels te kiezen in de taal van een steenkoude maatschappij die mee aan de basis lag van de huidige Westerse beschavingen die blijven evolueren en onderzoekers produceren. De CD opent speels, maar al gauw grillig stoterig met 'lividus' (loodkleurig, blauwachtig). Na twee levendige stukken volgt het bedachtzamer 'ravus' (grijs, grauw) met gestreken bas waarbij je als je naar de hoes kijkt aan een bijna verlaten strand kan gaan denken. Het wordt een plaatje dat àf is. Onrust en nervositeit begeleiden in 'caesius' (grijsblauw) een opborrelende ideeënstroom om aan het eind voldaan tot rust te komen. Nummer 5 is 'opacus' (beschaduwd, lommerrijk), een speels kleinood dat heerlijk aan het huppelen gaat. Bij 'argenteus' (zilveren) wordt weer de gevoelige snaar aangeraakt en baadt de muziek in treurnis - die je kan associëren met treurwilgen en geesten die er in wonen. Waarna met 'cinereus' de opwinding weer toeneemt en een verhaal volgt dat doet denken aan vreemd vogelgekwetter en aan de sopraansaxen van Gianni Mimmo en Harri Sjöström.
Dit is muziek die je niet overal en ten alle tijde wilt horen, maar die je meer gaat waarderen naarmate je er vaker naar luistert. Er zit veel variatie in, veel finesse ook en de CD getuigt van grote gevoeligheid, van intelligente samenwerking, maar ook van rauwe kracht.

 L'appétit vient en mangeant.

 

Danny De Bock

 

 
 
 
 
 


Eric Watson & Christof Lauer

Out of Print
 
 
 
 
 
 

Deze CD presenteert live opnames uit 2009 opgenomen in Straatsburg. Eric Watson is een naar Parijs uitgeweken blanke Amerikaan die geen grote naambekendheid verwierf, maar wel een stevige reeks referenties opbouwde door te spelen met mensen als Steve Lacy, Daniel Humair, Albert Mangelsdorff en Ed Thigpen. Hij heeft een voorliefde voor gecomponeerde muziek die klinkt als geïmproviseerd en vice versa; klassiek componist Charles Ives vindt hij daarin uitmunten. Hij houdt ook van Bach, Schoenberg, Webern en niet minder van Lennie Tristano, Thelonious Monk, McCoy Tyner, Cecil Taylor. Samen met de Duitse saxofonist Christof Lauer leidde hij in 2004 een kwartet dat de veelgeprezen CD 'Road Movies' naliet, maar als groep geen lang leven beschoren was. In duo hebben ze nu opnieuw een bijzondere opname uit.

De CD opent heel levendig, zeg maar onrustig met 'Rain Of Steel' dat met een hoog bopgehalte van start gaat en dan met grillige en breed uit elkaar lopende lijnen op sax en donkere clusters op piano een verhaal brengt van oorlog en de strijd aan het front. Met de kracht van een gepassioneerde Beethoven of een woeste Peter Brötzmann spelen de twee een muzikaal gedicht dat wild verschillende kanten opgaat zonder pompeus of chaotisch te worden. Het is een pakkende opener, die aangeeft met welk een intensiteit deze twee muzikanten uitpakken. Zij hebben die kwaliteit van in de muziek op te gaan en daarbij te improviseren terwijl zij heel goed het overzicht behouden, steeds klinkt hun beschouwende kant door. Zowel in warme ballades (een 'Hero In The Dark' vol toewijding, de gloed bij een voortschrijdende 'Cast Of Shadows') als in het suite-achtige titelnummer met rustige, lyrische delen en ook levendigere resulteert dat in sierlijke spanningsbogen die langgerekt maar gracieus worden uitgewerkt. De twee creëren voor zichzelf een kunstzinnig speelterrein in de deelverzamelingen tussen klassieke muziek, jazz en moderne improvisatie. Zij gaan naar de kern der dingen en nemen er weer afstand van. Bij momenten waan je je bij een soloconcert van een klassiek pianist die al te lang in de schaduw bleef van bekendere namen. Maar als de schrille en scherpe saxklanken weer verschijnen weet je weer dat je met de vereende krachten en invloeden van klassiek én jazz te maken hebt. In het afsluitende 'Juggernaut' wordt het duo nog een keer uiterst dynamisch. Hier gaat een wagen aan het rollen die niet meer te stoppen is, hij vervoert het beeld van een Hindu god en verbrijzelt genadeloos alles wat hij tegenkomt, maar dan ook gelovigen, onder zijn wielen. Meer dan twee geïnspireerde, gedegen muzikanten zijn er blijkbaar niet nodig om zo'n niets ontziende rit te verklanken. Daarmee is de cirkel rond. Het concert begon met verhalen van bloedvergieten en eindigt er ook mee, zij het op een heel ander terrein, in een totaal verschillende context. Tussen de uitbarstingen door van geweld en wreedheid die deze wereld typeert vonden we pracht en schoonheid, warmte en liefdevol samenspel. Een plaat die in het bijzonder net na Kerst een zegen is, luister hoe zij slaat en zalft.

 

Danny De Bock


 

 
 
 
 
 


Dave Liebman & Richie Beirach

Unspoken
 
 
 
 
 
 

Ook uit bij Out Note, nipt ook nog opnames uit 2009 en met een bijna gelijk instrumentarium dan 'Out Of Print' is 'Unspoken' een heel andere CD. Van de muziek van Watson & Lauer kan je zeggen dat die gaat over grote thema's, deze van Liebman en Beirach speelt zich vaker af op een micro-niveau. Hier gaat het om persoonlijke gevoelens van liefde en genegenheid, de concrete affectie tussen individuen, een nieuwe wending in het eigen leven om redenen van gezondheid… Kleine zowel als ingrijpende dingen des levens. Titels als 'All The Things You Are', 'Hymn For Mom' / 'Prayer For Michael' en 'New Life' mogen daarbij boekdelen spreken. Hier gaat het meer over menselijke warmte vanuit een dagdagelijks perspectief dat op een hoger en enigszins religieus niveau (Tender Mercies) getuigt van een dankbare houding in het leven voor wat mooi is en dichtbij. De fluwelen klanken van de saxofonist kunnen doen denken aan Ben Sluijs en door het samenspel met een economisch en bedachtzaam pianist ook aan Sluijs in duo met Erik Vermeulen. Maar 'Unspoken' is een heel andere CD, met een heel andere invulling van lyriek en melodie. En het is niet al fluweel en tederheid wat de klok slaat, er zijn ook zure en scherpe oprispingen en alarmerende nood. Er zijn verwijzingen naar de werelden van dans, film en, jawel, klassieke muziek.

Openen doet de CD met het Adagio van het ballet Gayaneh, gecomponeerd door Khatchaturian, waar Beirach voor viel toen hij het hoorde in Kubricks film '2001'. 'All The Things You Are' krijgen we in een versie die rustig overloopt van liefdevolle lyriek die teder minder mooie kantjes en onaangename herinneringen toedekt. 'Ballad 1' getuigt van grote eenvoud en met zachte sier van diepgang. 'Awk Dance' laat zich enigszins associëren met donkere, licht ouderwets speelse Dave Burrell. Met wisselende snelheid en intensiteit voeren de twee een dansje uit dat zich bevrijdt weet van de oude keurslijven van jazz van voor de free. Met 'New Life' komen we in de buurt van contemplatie, pointillisme én Pierre Boulez. 'Walz For Lenny' van de Israëlische wijnmaker en pianist is een ode aan Leonard Bernstein - zo komen we weer in de filmwereld. Op 'Tender Mercies' verschuift de horizon naar het Verre Oosten; de dankbaarheid voor de goede dingen in het dagelijkse leven en de verbondenheid met naasten die als vanzelfsprekend kan overkomen wordt bezongen met een houding die aan Oosterse filosofie en religiositeit schatplichtig is. Hiervoor haalt Liebman de houten fluit boven. Daarna komt nog een vrije improvisatie waarin de twee hun eigen persoonlijke herinneringen aan Lennie Tristano verwerken en het thema van 'Transition' van John Coltrane opnemen. Het duo danst er mooi mee weg. Afsluiten doen ze met 'Hymn For Mom' / 'Prayer For Michael' - Brecker that is. Met een zekere drang naar mystiek eren zij geliefden die overleden zijn en nooit helemaal uit hun leven verdwenen…

Dit is dus zo'n schijfje dat een mens kan bijstaan in de nood aan diepgang in het leven, dat zowel de rust als de levendige energie biedt om in een jachtige omgeving zaken en gevoelens in een evenwichtig perspectief te blijven plaatsen. Deze twee muzikanten hebben levenservaring en er de technieken voor onder de knie. Liebman (°1946) speelde met Miles Davis, Elvin Jones, Chick Corea, Joachim Kühn, BJO… Hij heeft al sinds Lookout Farm halverwege jaren 1970 een band met Beirach en diens CD 'Impressions of Tokyo' (solo) gold voor het Franse Jazzman/Jazzmagazine als één van de toppers van afgelopen jaar. Ook deze CD verdient de aandacht.


Danny De Bock

 

 

 
 
 
 
 


Stephan Crump & Steve Lehman

Kaleidoscope and Collage
 
 
 
 
 
 

Bij rijzende ster op altsax Lehman kunnen we denken aan samenwerkingen met oa Anthony Braxton, Dave Burrell, Rudresh Mahanthappa en Fieldwork. Met Mahanthappa, ook rijzende ster op altsax, leidt hij Dual Identity (december 2011 nog in de Singel). In Fieldwork speelt hij met Tyshawn Sorrey en Vijay Iyer. Hij heeft dan ook nog zijn eigen band. Stephan Crump is al jaren de vaste bassist in het Vijay Iyer trio, werkt oa samen met zijn vrouw singer/songwriter Jen Chapin en leidt het Rosetta trio met twee gitaristen - Liberty Ellman en Jamie Fox (28 januari in de Singel). Bij een project van Ellman speelden Crump en Lehman in dezelfde groep en het klikte tussen de twee. Als het klikt tussen twee mensen en de chemie van elk van hen de andere stimuleert, kunnen de prachtigste reacties ontstaan. Die zochten ze gedurende enkele maanden met zijn tweeën op als ze er de tijd voor vonden en met de resultaten gingen ze aan het knippen en plakken.
De twee muzikanten blijken elkaar op boeiende manieren te kunnen aanvullen. Het spel van Lehman klinkt vaak als van een kille, rationele, intellectuele saxofonist, maar geeft blijk van een grote gevoeligheid. Crump associeer je makkelijker met een warm, kloppend hart. Hun samenspel heeft bij momenten dan ook iets van een warme levensadem die in condens aanslaat op koud vensterglas en waarin je met je vinger kan tekenen. De tekening en de damp wegvegend kan je door dat venster de wind buiten zien spelen met afgevallen bladeren en afval dat achteloos weg werd gegooid, ergens nog onbestemd een einddoel tegemoet.
Om hun talenten te botvieren stelden deze twee muzikanten ahw met hun instrumenten twee spiegels op in een koker terwijl zij ideeën omzetten in denkbeeldige kleurige kralen. Door die in een helder licht te laten kantelen en draaien kwamen prachtige mandala-achtige reflecties te voorschijn.
Met de uiteenlopende beelden en poëtische verklankingen vormden Lehman en Crump twee logische gehelen, 'Terroir' en 'Voyages'. Als je aandachtig luistert kun je horen waar de imaginaire schaar onderscheiden stukken afknipte en waar de lijm losse stukken aan elkaar plakte. Het geheel is telkens een prachtige collage. Concrete en abstracte vormen vullen elkaar aan; funky, dansende bewegingen houden op en maken plaats voor breed uitdeinende, zacht zinderende soundscapes. Uit de verzamelde improvisaties stelden zij met succes gehelen samen die een groter verhaal vormen. De puzzelstukjes hebben genoeg met elkaar gemeen om er een nieuwe, grotere dynamiek mee te creëren. De verzamelde structuren en vormen vertellen van levenslust, warmte en melancholie; in- en uitzoomend, contemplatief en dan weer pulserend glijdt de klankencollage voorbij. Herhaalde beluistering dringt zich op een zachte manier op.
De intensiteit die deze CD kenmerkt is er een die meesleept zonder te overweldigen. Er is een zekere intimiteit, maar ook een extraverte zin in avontuur en uitdrukking kunnen geven aan uiteenlopende vormen van beweging in eigen body en soul en in de omringende omgeving.


Danny De Bock

 

 

 
 
 
 
 


Gianni Mimmo and Harri Sjöström

live at BAUCHHUND BERLIN 2010
 
 
 
 
 
 
 Twee kerels met elk een sopraan sax die zonder enige begeleiding van andere instrumenten instant composities spelen, dat moet wel klinken als moeilijke muziek. En toch. Hoewel het geen voor de hand liggende uitgangspositie is, kan er heel wat moois van voortkomen. Mimmo en Sjöstöm bewijzen het met deze CD die zij live opnamen op de 6de verjaardag van de dood van Steve Lacy.
Aan Lacy, gerenommeerd om zijn beheersing van de sopraan sax, zijn beiden schatplichtig. Op de eerste track van deze CD, waarbij zij zichzelf zo'n beetje inleiden en Mimmo benadrukt hoe zeldzaam het samenspel van twee sopraan saxen in duo is, hoor je hoe bijzonder het voor Mimmo is live te spelen op de meest aangewezen dag om de dood van de Meester te gedenken.
Als deze twee improviserende muzikanten zich aan het spelen zetten, lijken twee hoogst bijzondere exemplaren van een zeldzame vogelsoort te beginnen zingen. Hun zang doet denken aan eeuwenoude vormen van klassieke schoonheid die tot hun essentie zijn herleid. Hun klanken worden evenwel gevormd door de fusie van traditie en vooruitgang. Deze vogels zijn als cyborgs. Zij belichamen een vereniging van natuur en techniek, van vogel en machine en uiten hun klanken door lange metalen snavels. Zij zingen meestal heel sereen, bezingen wat zij rondom zich zien en worden van onrustwekkende beelden en gebeurtenissen opgewonden. In hun opwinding slaken ze kreten van free jazz. In hun fascinatie voor vreemde ontmoetingen tussen natuur en techniek proberen ze dingen uit, bvb door hun afneembare snavel om te draaien en daarin te zingen (lied) of door met plastic koffiebekertjes hun eigen zang te dempen (fading thé distance). Als zij zich in draaiende bewegingen laten gaan worden zij wild enthousiast (spiralen).
Meestal bewandelen deze wat vreemde vogels twee hun eigen weg en spelen zij met andere graag improviserende muzikanten
- Sjöström bvb met Paul Lovens, Barry Guy, Evan Parker, Cecil Taylor; Mimmo met John Russel, of met Gianni Lenoci, zie http://www.kwadratuur.be/cdbesprekingen/detail/gianni_lenoci_gianni_mimmo_-_reciprocal_uncles. Als zij samen een reeks ontmoetingen organiseren vormen zij een uitzonderlijk duo dat avontuurlijke fijnproevers aantrekt. Wie van improvisatie houdt en van de klanken van de sopraan sax kan hier zijn gading vinden!

Danny De Bock

 
 
 
 


Joachim Kühn

Free Ibiza
 
 
 
 
 
 
 

Joachim Kühn, dat zal zowat bij mijn eerste kennismakingen geweest zijn met jazz. Jaren zeventig was dat van alweer de vorige eeuw, we worden oud. 'Springfever' noemde de plaat waarop ook onze Philip Cathérine meespeelde en dat was meteen een kennismaking ook met  fusion jazz,  funky getint en dat was een openbaring. Natuurlijk was daar al Bitches' Brew geweest van Miles maar daar zou ik pas later van gaan horen, in die periode was het vooral rock van het hevigere soort dat me interesseerde want dat paste natuurlijk gans in mijn jonge uitgaansleven ! Joachim Kühn was eerder een experimenteren met andere muzieksoorten en die werd me ongetwijfeld aangeraden door de verkoper in de platenwinkel, nog een échte, één die wist waar ie 't over had en één die ook de passie voor muziek voelde, een haast uitgestorven soort vandaag want die vind je nog maar zelden. Vandaag de dag koop je je spullen helaas in de mediashop waar men van de medewerkers helaas niet verwacht van iets af te kennen van muziek of muziekgeschiedenis... Dit terzijde, nostalgia komt steeds vaker boven drijven...Joachim Kühn dus, die toen ook al , naast de George Duke spielerei op de keyboards, aardig lyrisch uit de hoek wist te komen, op de piano dan. Ik vind 'Springfever'dan ook nu nog een fijne plaat om te draaien. Met de jaren raakte ik de pianist echter kwijt want d'er is in het leven toch zóvéél en er viel nog heel wat te ontdekken. Later lees je dan dat Joachim een behoorlijk druk baasje is gebleven , een wereldburger die op veel plaatsen woonde en , belangrijker, met heel wat uiteenlopende muzikanten samen werkte.Don Cherry, Michel Portal, Phil Woods, Billy Cobham, Jean-Luc Ponty, Stan Getz, Ornette Coleman...

Nu dan, dank zij het Out Note jazz label,heb ik 'm terug opgevist en da's mooi. 16 tracks aan de grand piano, ik stel me voor, bij hem thuis met raam open en wijds zicht op de zee...16 karakterstukken waar de naam niet om doet, da's persoonlijk, en daarom luisterde ik en zette er m'n eigen gevoelens of gedachten maar bij. Persoonlijk zou ik bij deze muziek, met de grilligheden, eigen aan de vulkaan Joachim Kühn, geen boek kunnen lezen. Dit is luistermuziek, geen achtergrondgordijn...

 

 

1.'Figueretas' - als het aanspoelen van golfjes op het strand, speels en best vrolijk.Meteen ook één der langere stukken van de CD

2. 'Mar y sal Nights' -Voorzichtiger, aftastend, met een zekere grilligheid ook en de klassieke pianist onthullend die hij ook is.

3. 'Casa Nuestro' - korte stemmingen, part one

4.'Flamingos at Cap des Falco' -  meer passie en frivoliteit

5.'Can Masia' - korte stemmingen,part two en mogelijks wat geïrriteerd, Joachim speelt het van zich af.

6.'Free Ibiza afternoon' -  Zo ook met deze die de jachtigheid vertaald

7. 'Es Cavallet' -  Geduld zou hier het leitmotiv kunnen wezen

8.... August in Ibiza' - een weerkeren naar Ibiza, thuis en concerteren in je eentje, het heeft iets in zich van voldaanheid, geluk ook...

9. 'Talamanca' - Wikken en wegen en weer dat gevoel  van voldaanheid...

10. 'Free Ibiza Night' - Ja, da's duidelijk nacht, daar dacht ik meteen aan bij het beluisteren, al blijkt dat daarom nog geen rustgevende nacht... en gaat het klavierdeksel dan maar abrupt dicht.

11. 'Clean Vision' - Behoedzaam en in de nabijheid van de andere sexe ? Ja, dacht ik wel, duidelijk een vrouw in de buurt...maar wat een mooi nummer(misschien net daarom?...) !

12. 'Benirras' - stemmingen, part zoveel en nu dreigen er wolken in de meditterane lucht, al klaart het wel aan de einder, maar de piano dondert zwaar...regendruppels hier en ginder...

13.'Free Ibiza early morning' - humeurig...een kater?

14.'Salinas waves' -Was 1 het aanspoelen van golfjes dan kan dit ook zulks wezen al draagt dit meer dramatiek met zich mee en heeft het meer verhaal, het zullen wel meer golven dan golfjes geweest zijn...

15.'Eirissa' - Haast en spoed is zelden goed. Waar ligt dit nu weer?...en waar heb ik dat gelaten?....

16. ' Moment of Happiness' - de dagelijkse ochtendgymnastiek, opgewekt en vrolijk, extreme voldoening van het maken van deze plaat...ja, da's wel duidelijk !

 

De pianist alleen weet wat er achter elke titel schuil gaat, vertaal dus naar believen maar geniet.

'Free Ibiza' is voor de liefhebber die de monumentale schoonheid van een grand piano weet te appreciëren, stemmingen en grilligheden begrijpt en de respons daarop weet te waarderen...aanbevolen luistervoer !

 

 

Winus

 

 
 
 
 


John Escreet

Exception to the Rule
 
 
 
 
 
 
 

Sinds de Britse pianist John Escreet in 2006 naar New York verhuisde, gooit hij daar  hoge ogen. Sinds een paar jaar is hij enorm actief en productief. Na de debuut CD 'Consequences' in 2008 met zijn Project, een kwintet, kwam 'Don't Fight The Inevitable' in 2010. In 2011 verscheen met een heel andere bezetting 'The Age We Live In' en ook nog 'Exception To The Rule' - de eerste in kwartetformatie met een resem gasten, de tweede een verschillend kwartet zonder gastmuzikanten. Constante op deze uiteenlopende CD's is de aanwezigheid van mentor David Binney die behalve zijn altsax ook een portie elektronica meebrengt. Soms is de inbreng van elektronica beperkt, op deze CD vinden we een heel evenwichtige afwisseling van spelen met en zonder elektronica. Een andere constante is dat er telkens een topdrummer meespeelt - om nog te zwijgen van de capaciteiten van andere begeleiders, zoals Ambrose Akinmusire in het kwintet.

Op 'Exception To he Rule' leidt Nasheet Waits de eerste track in (meteen het  titelnummer) met rollende drums die al snel met een aanzwellende kracht de pianist mee betrekken in een stomend stuk waarbij de rest van het kwartet mee opgaat in een geweldige compositie. Is zo de toon gezet? Vergeet het. Dan volgt 'Redeye', een bizar dromerige track vol elektronica en spaarzame pianotoetsen die ahw een vervormde parallelle wereld suggereren. 'Collapse' begint dan als een gevoelig romantisch nummer in een fris hedendaags kleedje. Escreet verleidt de romantiek met tintelend spel en dan blijkt dramatiek om de hoek te liggen wachten: Binney verklankt noodlottig struikelen, uitschuiven en toch komt alles weer tot rust. Op 'They Can See' speelt Escreet zowel met snaren als op toetsen, de parallelle wereld neemt het weer over. Improviseren is de boodschap, ditmaal met Waits die op instinct voelt wat te doen. 'Escape Hatch' pakt opnieuw uit met de kracht waarmee de CD begon. Opnieuw ook: een compositie om U tegen te zeggen met een up tempo en uiterst vernuftige ontsnappingsroute langs moeilijk te nemen hindernissen die deze geweldige muzikanten met gemak blijken te nemen. Om dan de elektronica weer te horen aankomen en weer in die vervormde wereld te belanden; dan is het gas terugnemen en weer improviseren… Daarmee zijn we nog maar halverwege de CD die zich verder blijft ontwikkelen als een fimscore of een klankband ter verslag van een bevreemdend avontuur waarbij (minstens) twee werelden het decor uitmaken. Dan komen nog de 'Wide Open Spaces' waar we op zacht rollende drums in worden geleid en 'Opsvik' met schetsende strijkstok de desolaatheid van het landschap benadrukt… Verklappen we nog dat er 'Electrotherapy' aan te pas komt, met ijle klanken die herinneren aan Tangerine Dream, oude keyboards en dat bijna meditatieve ontspanning en onrust elkaar blijven opvolgen. 

Deze CD is er één die je niet zomaar als achtergrondmuziek kan opleggen. Afsluiten doet dit kwartet op deze CD met een herneming van 'Wayne's World' dat ook al op 'Consequences' voorkwam, in een versie die laat horen dat Escreet meer en meer zijn eigen weg heeft gevonden. Zoals ook op 'Don't Fight The Inevitable' het geval was, hoor je soms de invloed van Jason Moran, met name in het uit de bocht gaan zonder het ravijn in te storten en in repetitieve stukjes die met een bijzondere gevoeligheid voor detail weer gaan evolueren, maar Escreet vindt wel zijn eigen weg. Met dank aan mentor Binney en zijn goede vrienden/medemuzikanten die hem sterken.


Danny De Bock


 
 
 
 


Tony Malaby

Novela
 
 
 
 
 
 
 De naam Tony Malaby is onlosmakelijk en heel smakelijk verbonden met kwaliteit. Als hij meespeelt, heb je de garantie dat je heerlijke muziek voorgeschoteld krijgt. Zowel in eigen projecten als in die van anderen toont hij zich een creatief vakman. Hij past zijn spel voortreffelijk in bij kleine en uitgebreide bezettingen, denk bvb aan het trio Tamarindo en het kleine orkest Enesco Re-Imagined. In zijn eigen projecten legt hij een voorliefde aan de dag voor improvisatie, maar net zo goed past hij zich aan strakkere settings aan, of die nu meer mainstream gericht zijn of third stream. Zo konden we hem vorige zomer aantreffen in het Liberation Music Orchestra van Charlie Haden met Carla Bley op Jazz Middelheim - . Hij speelde zijn aandeel in het grotere geheel perfect en toen hij mocht soleren zorgde hij op die koude avond voor een heerlijk moment om het warm van te krijgen. Een goede maand later stond hij met zijn Tamarindo trio te improviseren in de Singer in Rijkevorsel. En menigeen reageerde enthousiast.
Nu pakt Tony Malaby zelf met een orkestrale bezetting uit en hoe! In arrangementen van Kris Davis krijgen we op deze CD prachtig uitgewerkte versies van zes composities van Malaby die eerder al voorkwamen op de albums 'Tamarindo', 'Warblepeck', 'Cosas', 'Sabino' en 'Adobe'. De zes stukken volgen logisch op elkaar en afsluiter 'Remolino' klinkt als een onvermijdelijke finale die met een knal een eind maakt aan het grotere verhaal. Tegelijk stààn elk van de stukken er ook als stukken an sich.
Opener 'Floating Head' start dreigend alsof een film noir gaat beginnen met een korte donkere intro om al gauw over te gaan tot een vrolijke voorstelling van het decor en de hoofdpersonages. Hoewel het artwork op de hoes doet denken aan wouden in herfstkleuren, klinkt de muziek alsof die zich moet afspelen in een grootstad. Een grote stad met zijn harde realiteiten: de rat race, misdaad, intriges, drama, zowel ordening als chaos… Licht en donker staan hard tegenover elkaar, in de verschillende betekenissen van het woord. Floating Head zet de toon.
Zo je wil, kan je bij herhaalde beluistering in de sfeer van een film noir blijven associëren. Met dramatische spanning en gesputter in de actie, beelden als een auto die het laat afweten bvb of een rochelend stervende gangster (of beide). Maar je hoeft dergelijke fantasie niet aan de dag te leggen. Je kan net zo goed luisteren hoe de muzikale lijnen zich ontwikkelen en genieten van de logica in de opbouw, de spanningsbogen en de evenwichtige uitwerking van elk van de stukken. Je hoeft geen muziekschool te hebben gevolgd om te horen dat hier technisch meesterschap ten toon wordt gespreid. Je kan hoe vaker je luistert meer en meer genieten van de creatieve ideeën en ontwikkelingen. Die kunnen nu eens marching bands in herinnering brengen en dan weer de genialiteit van een Charlie Mingus, door fris en vrolijk af te wisselen met explosieve en agressieve uithalen en uitspattingen. Maar laat u door deze beperkende vergelijkingen niet misleiden. Dit is op het vlak van orkestmuziek klasse voor de 21ste eeuw.
Je kan deze muziek wel en niet vergelijken met bands van bij ons als het Brussels Jazz Orchestra - zoals Frank Vaganée soms doet haalt ook Malaby hier de sopraan sax boven en wij wilden zelf wel eens denken aan een Vaganée op dreef tijdens beluistering van deze CD… Je kan ook denken aan Flat Earth Society, want je hoort vakmanschap en evenwicht én je hoort ook spelen met te-gek-om-los-te-lopen surrealistische brass. Deze muzikanten kunnen vrolijk blazen, tokkelen en slaan en o zo vrolijk spelen met de grens tussen genialiteit en waanzin. Waarbij de waanzin 'm in het verhaal zit en misschien wel, misschien niet mede in de spelers, de artiesten.
In dit gezelschap valt ook de aanwezigheid op van een jonge Belg. Een rijzende ster, een bescheiden, hard werkend en tegenwoordig veelgevraagd talent. Joachim Badenhorst is zijn naam en hij speelt op deze CD op basklarinet. Zijn bijdragen zijn essentiële onderdelen op deze plaat. Luister bvb maar eens naar 'Mother's Love'. Hij pendelt tussen Amerika en België en is op 5 februari te zien en te horen met het Badenhorst / Berman Quartet in 't werkhuys Borgerhout.


Danny De Bock

 
 
 
 


Multitude

Dog of Teahan
 
 
 
 
 
 
 
Ja, natuurlijk dat we wat curieus waren naar de titel en die gevaarlijk ogende hond op de cover, dat hadden we ook graag geplaatst gezien want dat straalt toch wat vreemds uit, nee?....Zo ook de tekst op de CD-rand, een uitreksel uit de ''Tractatus Theologico Politicus' van filosoof vrijdenker B.Spinoza. De democratische wereldorde van een quartet muzikanten blijkt nu, waaronder twee 'oud'gedienden : Stefan Bracaval aan fluiten en Chris Mentens op bas naast twee 'nieuw'komers : Peter Verhelst, veelzijdig gitarist, hier op elektrische gitaar en band/projectleader Nico Manssens aan drums. Het is deze laatste die  de wat misterieuze titelkeuze bepaalde en het blijkt nu om een persiflage te gaan op het in het Oosten (Japan) razend populaire 'Dog of Flanders, een verhaal over de lotgevallen van een Vlaams kind (Nello) en z'n hond Patrache, ergens gesitueerd in het Antwerpse. Anders geen hond die er om blaft hier ...Verder blijkt Teahan een streek ergens in Zuid-Korea, plaats waar de woning staat van de grootmoeder van Nico's ega en waar d'ie nogal ongelukkig gebeten werd door de hond op de cover ! Een verhaal is dit project van communicatie, verdraagzaamheid en een openstaan voor andermans ideeên in een democratische wereldorde, voorwaar ambitieus allemaal en opent de CD die gateway van de nieuwe wereld? ...  Wat bevreemdend is het toch, die 'extended' synthetische fluitklank waarmee Stefan hier uitpakt. De wat Oosters getinte uptempo melodie zet hem direct duidelijk op het voorplan, een nummer is het  van Chris Mentens die op deze CD tekent voor twee songs.De gitaar bij deze 'Maria's Locker' zorgt daarbij naar het einde toe voor een wat grommend klankgordijn (da's voorwaar de hond !)
'Where do you wanna be' brengt ons daarna in een wat metalige koude wereld, aan de start dan toch. Overigens vind ik het spijtig dat die extended fluiten van Stefan geen one time gimmick blijven want als je het 'zuivere' fluitspel naast dat synthetische plaatst, dan weet ík alleszins wat kiezen. Muziek van de 21e eeuw?  Stefan noemt het alleszins '21st Century Flute !' Je bent voor of tegen maar Multitude heeft er wel een heel eigen geluid mee, da's waar... Titelsong 'Dog of Teahan' sleept je daarna mee in een aangename melodie maar valt gauw ook stil in die kouwe wereld met ijskristallen en  laat je dromerig wegpijnzen, de blik gelaten over een wereld die ooit méér was.. .'Nami Sum', da's het andere nummer van Nico Manssens en die durft nu behoedzaam  een mooie  ballade open te vouwen. Chris Mentens aan de bass heeft hier heel wat argumenten in z'n monoloog maar Stefan, nu zuiver aan het blaaswerk, dekt, geholpen door de strelende percussie van Nico, zalvend toe. we krijgen het nu al heel wat warmer.. Anders kan je daarna met de rockjazz van 'The Spell of the Dancing Tood' lekker warmhossen. Ook de gitaar van Peter Verhelst waagt zich hierbij aan electronische spielerei maar heeft best ook veel meer dan dat om te blijven boeien. Bas en drums stuwen daarna 'Magnitude' lekker rockend voort maar uiteindelijk ontwikkelt de song zich toch als een onbesliste strijd tussen gitaar en fluit. Mooi ! Dat was er ééntje van de hand van gitarist Peter Verhelst die trouwens voor het merendeel van de songs tekent op deze 'Dog of Teahan' Zo ook schreef die 'Home' en da's weer gans anders, meer binnen de lijntjes gekleurd van de moderne jazz. Dat Stefan Bracaval daarbij aardig weerwerk levert, gewoon met wat randtekeningen te schetsen, d'as ook mooi. Chris bromt bij dat alles heel relaxt op de achtergrond terwijl Nico  soldaatgewijs voor wat spanning zorgt. Het quartet valt duidelijk samen in eenheid. 'Afro Waltz' , de enige songbijdrage van Stefan Bracaval daarna,  is zowat het buitenbeentje op deze CD met een werkelijk mooie blaaspartij, weliswaar soms ook heel synth(etisch) maar het is wél een melodisch sterk nummer, groovy en die 'Afro' in de titel staat er niet zo maar. 'Le Cauchemar de Claude' , met zowel sterke gitaarpartij als fluit laat je de kou die uit de eerste tracks straalden gans vergeten.Ja, zo hebben we het graag.Te vermelden eveneens  is het hele mooie drumwerk van  Nico Manssens die zich op deze CD ontplooit als sterke, veelzijdige muzikant. Nog maar iemand temeer om in 't oog te houden...  'Departure' van Mentens mag dan een goeie 4 minuten verder stemmig afsluiten tussen cymbalen links en rechts maar niet zonder de bas ook hier weer een laatste maal ietwat belerend  te laten spreken. Op het einde schuift dan wel een metalen gordijn terug dicht,de eigen wereldorde van 'Multitude' achter zich  latend en ja, dat laat ons wat twijfelend achter.Niks te zeggen over het vakmanschap van deze vier en de composities mogen d'er best ook wezen.Alleen hebben we het wat moeilijk met het klankbeeld en meer bepaald, die extended flutes van Stefan. Dat zal wel passen in het concept van dit Multitude maar wij horen toch liever de geweldige fluitist die Bracaval wel is, gewoon zonder die soundeffects. Anders best een mooi werk, deze CD, die verdiend gehoord te worden !

Winus

 
 
 
 


Bart Quartier - Bart Van Caenegem

Profiles
 
 
 
 
 
 
 

Bart Quartier (die dit album opdraagt aan producer Diederik Wissels, ex leraar van Bart en groots pianist/componist), en Bart Van Caenegem zijn aan mekaar gewaagd. We zagen hen al eerder samen 'in concert' en dat samenspel, dat aanvoelen maakt hen haast tot één eenheid, mooi om zien maar vooral om te horen. Samen besloten ze om in navolging van Chick Corea's 'Children's Songs' dat de Amerikaanse pianist in 1984 uitbracht maar waarvan al uitreksels verschenen op 'Crystal Silence' in 1972 ( in duet met meester vibrafonist Gary Burton !) om deze Childeren's Songs dus als inspiratiebron te gebruiken bij het maken van 'Profiles'.'De twee Bartjes' brengen dus zeer basic melodieën,ontkleed tot op het bot, kinderlijk mooi  en schijnbaar eenvoudig. Bart (Quartier) omschrijft het componeren,improviseren ook, als het bouwen met blokken, soms wordt dat een huis, dan weer een boot...Miniatuurtjes zijn het merendeel van deze 24 composities, kleine kunstwerkjes als zijnde gemaakt van kant. Soms zijn die beperkt in absolute tijd en dus ook al gauw uitdovend als bvb. 'Lonely' dat vereenzaamd uitsterft of 'Brave' dat zelfs alleen maar z'n entree maakt..Op 'Fidget' bewegen de muzikanten dan weer samen als een bloem die haar blaadjes open vouwt en weer sluit. ..Die piano zo alleen met de vibrafoon, da's iets zoals kunstschaatsen on ice zoals bvb. op 'Charming' waar je mekaar naar't einde toe los laat om dan in mooie elegance van mekaar weg te drijven...Van het pruillipje ('Sad') naar vrolijk, zie eens wat ik kan ! ('Happy') over opgelucht, speels en uitgelaten (Wild') en kinderlijk blij ('Delighted') tot wat ongeduldig en verveeld ('Boring') of van het voorzichtige verleiden van 'Tender' naar het gevaarlijkere verleiden van 'Cool', steeds weer wisselen stemmingen maar blijven noten gelimiteerd. Soms klinkt dat wat klassiek getint ('Calm') en dan weer voelt het wat etnisch aan ('Hip'). 24 tunes en stemmingen zijn het met duidelijke titels om dan ietwat mistroostig te eindigen , ondanks die titel. 'Butterflies' hult je in gedachten om dan langzaam weg te fladderen.Wanneer je de CD beluisterd hebt is het net of je een expositie van Swarovski kristal hebt bekeken. Zuiver (gezuiverd?) en fragiel. Hoe kleine dingen toch erg mooi kunnen zijn ! Of hoe rasmuzikanten van de hogere soort samen ijssculptuurtjes maken tot kunst met een K verheffen...

 

Winus

 
                     

 

 

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

2014 2015 2016

 

 

 

© JAZZEPOES

 

 

 

up again !

 

 

 

back to start !