back to start !

 

GENT JAZZ

 


 

 

-persteksten -

 

-  onze concertverslagen  HIER ! -


 


                    

 


 

 

   donderdag 7 Juli   vrijdag 8 Juli   zaterdag 9 Juli   vrijdag 15 Juli

 



 



Donderdag 7 Juli




JAZZ in diverse (culturele) smaken ... 




Terence Blanchard feat. The E-Collectiveve
 

hoofdpodium 16u30

 

Terence Blanchard (trompet), Charles Altura (gitaar), Taylor Eigsti (piano), Gene Coye (drums), David Ginyard Jr. (bas)


 

 

Het in 2015 uitgebrachte ‘Breathless’ op het Blue Note-label, is de basis waarop deze set draaien zal, verwittigd luistert men dubbel. Samples en electronica en een kei goeie band moeten dit op Gentjazz waarmaken. Het ging er lustig en groovy aan toe maar de vettige funk was thuis gebleven. Maar waar schortte de zaak? Nooit komt de set écht van grond. Ligt het misschien aan de basis zelf, ook de CD ‘Breathless’ zelf overtuigt niet volledig. Een goeie leuke set, daar niet van, maar het leek gas geven met de handrem op. Samen met E-Collective neemt Blanchard afstand van het warme, akoestische album Magnetic (2013), om ergens tussen funk en fusion uit te komen. Tussen wal en schip is veel gezegd, kleuren en klanken zijn er op zich te mooi voor, maar je wordt nooit meegesleurd in het geheel. Je staat er bij en je luistert er naar. Trompettist, componist en producer Terence Blanchard staat al jaren als één van de veelzijdigste en productiefste jazzgrootheden bekend. Maar niet alles wat hij aanraakt veranderd in goud. Met zijn band E-Collectiv lijkt hij hier wat aan te drentelen, even the full drive kwijt?

 

 


Luque



Kneedelus A Live Collaboration between Kneebody + Daedelus

 garden stage 17u50 -19u50 - 21u50

 

Adam Benjamin (keyboards), Shane Endsley (trompet), Kaveh Rastegar (bas), Ben Wendel (tenorsaxofoon), Nate Wood (drum), Daedelus (dj/effecten)


 

  

  

 

 

De jongens waren al in volle gang als we er aan kwamen voor de eerste set, maar scoorden direct, leutige muziekjes, als fracties door elkaar gegooid op een groovy basislijn, smeuïge saxen en andere leuke dingen voor de mensen. Geen tijd voor monitors en dies meer, de eerste set ging technisch vrij rudimentair van start. Niet dat dit er aan te horen was. De hutsepot van jazz, rock en elektronische muziek werd naadloos met elkaar vervlochten. Samen actief op zoek gaan naar een diepere synthese van akoestische muziek en elektronica was de boodschap om zo een veelkoppig muzikaal beest te creëren onder de naam ‘Kneedelus’ (2015). Electronica niet als een bijkomend en meeveranderend akkefietje, maar als een basic gegeven, volwaardig in het geheel. De beat zette wel aan tot dansen, hoewel hij er met momenten iets te complex voor was , want alles was wisselend en inwisselbaar, muziekjes zonder zekerheden en niets leek wat het eerst scheen te worden, spelen dus, maar dan wel érg letterlijk!




De drie sets, alle dertien goed !!!


 

Luque

 

 


Wout Gooris Trio + Chisholm/Vann

 hoofdpodium 18u30

 

Wout Gooris (piano), Nathan Wouters (contrabass), Erwin Vann (saxofoon), Hayden Chisholm (saxofoon), Stijn Cools (drums)

 

 

 

 

Debuteerde  het  Trio  Wout Gooris in 2014 met ‘Current’ en won het trio daarna de Jong Jazztalent Gent 2015 (een wedstrijd waarbij jaarlijks een band de gelegenheid krijgt om een bijzonder project te realiseren) kan men nauwelijks toeval noemen, en toch…

Met een nieuwe reeks composities, geschreven door Gooris zelf, voor een uitgebreide bezetting met saxofonisten Erwin Vann (B.) en Hayden Chisholm (N.Z.), stonden de heren op het grote podium te Gent.  Mooi werk in een prima setting, daar niet van, maar de vonk sloeg nooit echt over. Er wordt continu gelaveerd tussen diverse genres, zonder er echt de vinger kunnen op te leggen, dromerig, zelfs met een lichtjes gedreven ritme is verzanding een schier onontkoombaar gegeven. Ik weet het, ECM loert nu steeds overal om de hoek, minimalisme is een ijzersterk merk als alle benodigde moleculen aanwezig zijn en aangezien ik mezelf geen muziekscheikundige mag noemen onthoud ik mij van verdere analyse. Ik beperk mij tot de gefragmenteerde kennis mijner beide oren en zij werden weinig geaccelereerd tot interesse. Te weinig dynamiek om de tent en tevens mezelf mee te krijgen. Maar het was mooi, zéér mooie muziek .



 

 

 

Luque

 

 


Kamasi Washington
 

 hoofdpodium 20u30



Kamasi Washington (tenor sax)

 

           

 

 

  

Aan de met superlatieven overladen CD van Kamasi Washington 'The Epic' ben ik een dagje voor het concert te Gent begonnen, 3 CD’s, da’s lang luisteren.

Effe aanpassen, koor, violen, een soort sound Wall en daarbovenop het zweverige maar rauwe sax spel van Kawasi. In eerste instantie best indrukwekkend, maar bij nader horen herkenbaar. Dit soort van “experimenten” zijn in de jazz geen nieuwigheden. Sorry, ik kan er direct geen massa’s namen op plakken maar aan een deja-vu effect kon ik niet ontsnappen. Zelfs Charles Mingus was niet ongevoelig voor dat soort van uitstapjes. Ik kan me voorstellen dat het voor sommige en vooral jonge mensen erg machtig over komt, maar na de tweede CD lijkt een indigestie onontkoombaar, de muur van geluid weegt op je trommelvlies als een vracht slagroomtaarten je maag kan bezwaren. Trop is te veel, zodat de derde CD een verademing is en tevens het beste nummer "Re Run Home" van het drietal behelst. Bij een nummer gebaseerd op Claude Debussy, ‘Claire de lune’ gaat hij dan weer volledig de mist in, buiten de aangegeven naam Debussy als auteur was enige Debussy ver te zoeken.



In tegenstelling met het Nord See Jazz Festival kwam Kamasi Washington zonder strijkers en koor naar Gent. Maar de sfeer van de CD bleef overeind op het podium. A-commercieel is een understatement, het swingt de pan bepaald niet uit. De bijhorende zangeres was van matig tot flauw en meer een rem dan een stuwende kracht achter het programma. Samen met bloedbroeder Lamar brengt hij de problematiek van de Afro-Amerikanen in de V.S. weer onder de aandacht, dat valt niet te ontkennen. Door de grote bezetting op de CD en het reproduceren er van op het podium, onderging de set de vrij statische sfeer die uit de Cd-blauwdruk voort kwam. De afwezigheid van strijkers en koor maakte de zaak niet levendiger, er werd strikt aan de partituur vast gehouden. Niet steeds even sterk en gelijkmatig, maar in zijn geheel genomen een krachtig statement.

 

 

  

 

 


Ibrahim Maalouf "Kalthoum"

 hoofdpodium 22u30



Ibrahim Maalouf (trompet), Frank Woeste (piano), Scott Colley (contrabas), Mark Turner (saxofoon), Clarence Penn (drums)




Oum Kalthoum, een Egyptische zangeres en monument krijgt hier een ode van formaat. Met een kleine inleiding en een oud-speler/zanger die  het thema en de sfeer aangaf, kregen we een instap in de 90 minuten durende exposé, waar dat ene kleine themaatje  steeds opnieuw hersponnen werd tot telkens opnieuw een extra benadering.



Steeds opnieuw een andere beschouwing, een fijnere invalshoek. Ibrahim Maalouf zijn we nu eenmaal gewoon van het hardere werk op het randje van de rock af, elektrisch, gedreven, loeihard. Maar hier, samen met zijn kompanen, gaat hij de minimalistische toer op, met op het einde toe, solo’s met amper noten, waar de stiltes de regel zijn en het thema daar flinterdun doorheen dwarrelt. Maar ook Mark Turner blaast dezelfde fijnmazige muziek met momenten meer lucht dan noten. Anderhalf uur kantwerk waar Frank Woeste aan de piano die datzelfde thema tot twinkelende tierlantijntjes verknipt en Scott Colley die de melodie mee de diepte in neemt. Géén ogenblik van verveling, deze hymne aan Oum Kalthoum bracht je tot op het puntje van je stoel. Oosterse en westerse verstrengeling in een quartetjasje, een westerse cocon om een oosterse vlinder van het Arabische lied.

Naar het einde van de set toe bracht de oud-speler samen met Malouf een soort terugkeer naar de basis, een herinnering aan de zangeres waar het hier om te doen was zodat de cirkel rond was. ***** !




 

Luque

 


Sons of Kemet

 garden stage  00u00



Seb Rochford (drum), Tom Skinner (drum), Theon Cross (tuba), Shabaka Hutchings (saxofoon, klarinet)


© Rhythm Passport.com

 

Bij de garden stage kon het contrast niet groter zijn, Sons of Kemet, daverden met hun Ska geïnspireerde jive, gedreven door twee drummers iedereen tot dansen. Dynamiek als minimum, tuba en sax als jagende en opjuttende hijgende honden die de drive de tent in blaften, met korte hortende, in stoten verkapte melodieën. De twee drummers verstrengelden hun spel in dubbelmaatse ritmes, opjagend en opgejaagd door de blazers. Het werd een hossen en hollen, funky Caraïbisch geïnspireerde holderdebolder dwarrelende kopers en drums die arm in arm over en door de ritmes raasden. Een cafeïneshot om klaar wakker van te worden, dit kon nog een lange nacht worden, maar wij moesten nog naar huis. Genoteerd met vijf dubbele stip “Sons of Kemet”!




 

Luque

 


 

 


 ©  JAZZEPOES

 

 

 

up again !

 

 

back to start !