back to start !

 

JAZZ MIDDELHEIM

 


 

 

-persteksten -

 

-  onze concertverslagen  HIER ! -


 



 

 

   Donderdag 13 Augustus  -  Vrijdag 14 AugustuS   -     Zaterdag 15 AugustuS  -  Zondag 16 AugustuS  

 

 

   
   
 

 

 
     
 

Zaterdag 15 Augustus


 ...in a New Orlean' mood ... 


   
  Het stond niet in het festivalkrantje, maar zoals donderdag en vrijdag was er in de Club Stage voordat de concerten begonnen een gesprek live te volgen met journalist, muziekhistoricus Ashley Kahn. Op zaterdag was dat met de artist in residence, Jason Moran. Samen hadden zij het vooral over Fats Waller, ter inleiding op de Fats Waller Dance Party om 19:30 op het grote podium. Door stil te staan bij liedjesteksten werden enkele aspecten van begin 20ste eeuw opgeroepen, een tijd waarin de slavernij in Amerika zeker niet minder dan vandaag de dag nog een stempel drukte op de plaats van Afro-Amerikanen in de maatschappij.
'Nobody' uit 1906 kwam er aan te pas, een liedje dat fans van Cécile McLorin Salvant kennen van haar cd 'Woman Child'. En van Fats Waller 'What did I do to be so Black and Blue', een song die je makkelijker op youtube vindt in een versie van Louis Armstrong dan van Fats. Daarnaast werd ingezoomd op de figuur en de populariteit van Fats Waller. 'Ain't Misbehaving' kon daarbij niet ontbreken en werd eerst bovengehaald zoals het in de film 'Stormy Weather' uit 1946 te zien is. Daarna volgde een Dance Party-versie van Jason Moran met een montage van de oude filmbeelden. Het bracht het gesprek bij muzikale aspecten, bij zingen en piano spelen, waardoor ook Thelonious Monk ter sprake kwam en Lulu's Back In Town'... Voorwaar een levendige babbel die al vooruit wees naar 3/4 van het dagprogramma.
 
 
     



ROBIN MCKELLE & The Flytones

main stage 15u30


Robin McKelle (zang), Ben Stivers (toetsen en orgel), Fred Cash jr. (bas),  Al Street (gitaar), Bill Campbell (drums) 


  


 

Deze ‘funky’ blues groep steekt de lont aan het vuur op deze regenachtige dag met erg veel entertainment op Amerikaanse wijze. Ze is niet zo bekend in Belgenland maar haalde de peper bij het zingen in de kerk. Ze is een blanke maar heeft de soul van een zwarte. Het is erg genietbare blues muziek met sterke band waarin de gitarist schittert.




Geleidelijk aan krijgt de zangeres meer grip op het publiek en huppelt op het podium en hanteert de tamboerijn. Het is vooral halverwege de set met bekende songkrakers als ‘Proud Mary’ en ‘Don’t let me be misunderstood’ dat ze het publiek aan het dansen krijgt en de nummers ook eigen maakt. Heel leuk en al lang niet meer gehoord is het instrumentale ‘Green Onions’ van Booker T. & the M.G.'s. Een echte blues madam is ze niet want ze grijpt terug naar jazz, swing en soul. Haar recentere albums noemen trouwens Soul Flower' en 'Heart of Memphis'. Ze maakt vooral eigen nummers al dan niet samen met de muzikanten. Ze is ook fan van Dusty Springfield. Op het einde krijgen we nog een sublieme versie van ‘Take me to the River’. Het publiek is nu duidelijk opgewarmd.


 



Michel Proesmans 


Marching Bands

 festivalterrein 16u50 -23u00

Die Verdammte Spielerei


JStefaan De Winter : zang, Roeland Vanhoorne : saxofoon, Pieterjan Vandaele, Bruno Van der Haegen, Bjorn Verschoore: saxofoon, Thomas Van Gelder, Ruben Cooman: percussie



Een dwazekop, gevolgd door ' de fanfare van honger en dorst' : Inderdaad een wel heel vreemde band met 4 saxofoonspelers, een percussionist en een van megafoon voorziene grappenmaker brengen feestelijke deuntjes op volkse Vlaamsche wijze. Ze peppen het publiek op en stunten ook achter de toog. Men zou daarbij de regendruppels vergeten. Volks vermaak maar vergis je niet : geschoolde muzikanten !



Michel Proesmans & Winus  

 


CÉCILE MCLORIN SALVANT

main stage 17u30


Cécile McLorin Salvant (zang), David Blenkhorn (gitaar), Sebastien Girardot (contrabas), Guillaume Nouaux (drums)


 

Wat een geluk dat Wynton Marsalis de zangeres Cécile McLorin Salvant (°1989) destijds opmerkte en haar carrière een boost kreeg door het winnen van de Thelonious Monk Competition in 2010. Het is pas nu vandaag in België dat ze bekend zal worden door haar sterke performance. Ze kwam en overwon, gewapend met haar grote witte bril. Ik vind haar een Sarah Vaughan in spe. Ze eert ook Bessie Smith in ‘Haunted house blues’ of in ‘You oughta be ashamed’ en ze let op de tekst en zingt alsof ze alles zelf meemaakt waarover ze zingt. Ze heeft alles: timing, swing, dictie, stembereik, stembeheersing en podiumuitstraling. De songs worden hedendaags verpakt doch het blijft authentieke jazz soul.
In de zomer van 2013 trad ze hier al tweemaal op tijdens het Gent Jazz Festival. Vandaag , amper 25 jaar oud, staat ze hier en verstevigt haar roem en ze krijgt zeker vele nieuwe fans bij. Haar groot stembereik van diep laag tot fluweel hoog , met perfecte dictie en verstaanbaarheid maakt dat ze publiek meesleurt in haar verhaal. Ze zingt ook perfect in het Frans van Barbara's 'Le Mal De Vivre'. McLorin Salvant is de in Miami geboren en opgegroeide dochter van een Franse moeder en een Haïtiaanse vader. Een staande ovatie heeft ze dubbel en dik verdiend. Zij heeft de naturel, de présence en de potentie om het zeer ver te brengen in deze competitieve jazz markt.
McLorin Salvant is overigens straks gastzangeres bij Dr. John en gisteren ook al bij Archie Shepp‘s Attica Blues Big Band.


Michel Proesmans 

 


   
 

Cécile McLorin Salvant is goed bezig een flinke schare fans in getale te laten groeien. Het zou ons niet verbazen als Jazz Middelheim in dat opzicht mee heeft gezorgd voor een wonderbaarlijke vermenigvuldiging. Daags tevoren stond deze diva in wording al op het podium met Archie Shepp om zij aan zij met Marion Rampal mee het mooie weer te maken. Als zij een grote wordt die past in het rijtje met Billie Holiday, Ella Fitzgerald, Sarah Vaughan, dan waren wij in België vlug verwend met haar passage in 2013 op Gent Jazz en regelmatige concerten sindsdien.

Cécile klinkt in haar aankondigingen en bindtekstjes een beetje als een kindvrouwtje. Met een onschuldig stemmetje vroeg zij in het begin van haar set of de meerderheid van het publiek als voertaal Frans dan wel Engels verkoos. Niet dat zij iets in gang wou zetten, lachte zij... Zingen doet zij dan weer met een stem als een klok. Een waarmee zij in een laag register bijv aan Sarah Vaughan kan doen denken, zoals in 'Fog'.

Op Jazz Middelheim kwam de zangeres een aantal liedjes van de nieuwe cd 'For One To Love' voorstellen. Zoals op haar vorige, 'Womand Child', met een songkeuze die sprokkelt en grasduint in de jazz- en bluesgeschiedenis. Na het eigen nummer 'Fog' hoorden we live 'Sweet Man Blues' van Ethel Waters, dat een beetje kon herinneren aan Madeleine Peyroux en haar wat Billie Holiday-achtige stem. Daarna kwamen 'Nothing Like You' van Bob Dorough, die met Miles Davis heeft gewerkt, 'Haunted House Blues' van Bessie Smith en 'Most Gentlemen Don't Like Love' van Cole Porter. Zo zette zij wellicht vooral haar eigen voorliefde voor stokoude liedjes in de verf en misschien ook eigen commercieel inzicht - of dat van een handige manager. Opvallend toegankelijk klonk haar set, met opvallend veel liefdesliedjes in het begin en een grappig 'Papa's on the Roof Top', dat door koldereske humor vlot bekoort. Hoe dan ook, de expressiviteit en de articulatie van Cécile blijft imponeren en zij heeft een bijkomende troef in haar beheersing van het Frans, die zij heel overtuigend uitspeelde in 'Le mal de vivre'.

Een nieuwe jazzdiva, een die goed in de markt ligt, het mag er met Cécile gerust van komen!

 

 

 
 

Danny De Bock 

 
     
     


 

Marching Bands

 festivalterrein 18u50 -20u50

Broken Brass Ensemble 


 

Meer fanfaregevoel nu bij het Nederlandse Broken Brass Ensemble dat breder gaat in het muzikale amusement dan het volkse vertier van 'Die Verdammte Spielerei' van daarstraks. Vandaag staat er vanalles op de affiche om het mindere weer erbij te vergeten maar deze dosis 'qualitypep' kunnen we er best bijhebben ! Strategisch goed uitgekozen plaatsje ook, hier aan de lange festivalbar al had dit ook best in de clubtent gekund. Mooi en hup met die beentjes, al zijn het vooral de vele smartphonecamera's die clicken hier...  




 

Winus 


JASON MORAN: Fats Waller Dance Party

main stage 19u30


Jason Moran (piano & keyboards), Lisa E. Harris (zang), Leron Thomas (trompet & zang), Tarus Mateen (contrabas), Charles Haynes (drums)




We weten dat Jazzpianist Jason Moran een zeer veelzijdig componist, arrangeur en muzikant is en als Artist in Residence dit jaar mag hij kiezen wat hij wil doen. Fats Waller (1904-1943) was een stride pianist en een complete entertainer die ook zong en comedy speelde en opgroeide in de woelige jaren ’30 van de VS.
Jason Moran koos de figuur van Fats Waller als invloed op ballroom dansmuziek, op de manier waarop jazz later evolueerde, hoe zelfs hiphop teruggreep naar deze invloeden… Het optreden vandaag is eerder een hedendaagse interpretatie van Wallers werk en persoonlijkheid. Met Jason’s cd 'A Joyful Elegy For Fats Waller' geeft hij aan hoe een figuur als Fats Waller van 100 jaar geleden de jazz verrijkte met humor en showelementen.


 


Een echte dance party ter ere van Fats Waller wordt het niet echt en het komt moeilijk van de grond en ietwat geforceerd. Het concert legt de nadruk te fel op latin funky grooves met wat loops en electrobeats waarin de oorspronkelijke Fats Waller songs nog met moeite te herkennen zijn.
Wel heel leuk is dat grote hoofdmasker in papier-maché met de kop van Fats Waller met die typische sigaret in de mond. Jason Moran zet die soms op zijn hoofd en speelt piano/rhodes en waagt zich aan een danspasje met de zangeres Lisa Harris die poogt het publiek op te jutten.



'Yacht Club Swing' aan het begin gaat van start als een dromerige, haast ambient-getinte fusie, maar geleidelijk aan omslaat in een onweerstaanbare en opzwepende latin-groove, met Moran op rollende Rhodes. ‘Jitterbug Waltz’, één van Wallers visitekaartjes, krijgt op het einde een gezapige makeover. De drum van Charles Haynes (bekend van Kanye West of Lady Gaga) staat veel te luid en overstemt het gezang dat ook al niet stemvast is. In het nummer ‘Two Sleepy People’ zingt de trompettist Leron Thomas haast als een crooner. Al met al is hier een klein feestje gebouwd en gaat het publiek uiteindelijk feestelijk overstag.


Michel Proesmans 



   
 

Het begin van dit concert had iets weg van binnenkomen in een dancing, alsof je midden in een nummer binnenwandelt. Pardoes zaten we in een dansbare elektrische groove, repetitief, min of meer aanstekelijk, maar vooral een beetje altijd 't zelfde. Als begin van een set voelde dat wat raar, want geen kat die danst natuurlijk in een tent met stoeltjes, waar een deel van het publiek ook nog op weg is naar de zitplaatsen. Het was duidelijk niet de bedoeling de sfeer van een danstent uit de tijd van Fats Waller op te roepen. Hier kwam een ode, aangepast aan de nieuwe tijd, tegemoetkomend aan de uitgangswereld van vandaag. Daar paste al snel een update in van 'Honeysuckle Rose' en één van 'Ain't Misbehaving' met vrouwelijke vocalen. Die mochten het qua schoonheid afleggen tegen mooie trompetklanken. De muziek klonk vlot, soms pompend en bij momenten feestelijk, er kwam wel wat beweging in het publiek. Het was meer zingen van 'This Joint is Jumping' dan echt de tent helemaal meekrijgen.
De visuele uitsmijter van het grote masker van papier maché op het hoofd van Moran, de Afrikaanse en de latin invloeden in de mix droegen bij aan een warme set, maar in de opbouw en de accommodatie zat de mix niet helemaal goed voor een dansfeest. Het kwam er geleidelijk wel van, met beweging in en naast de tent, maar écht voluit, niet echt. Daar zat het terugschakelen naar een lagere versnelling soms voor iets tussen en andere keren een verhogen van de moeilijkheidsgraad.




Ging het publiek in de tent mee in de vlottere gedeelten, in een niet zo voor de hand liggend stuk waarin de pianist met de drummer een groove met weerhaken uitwerkte, zag je nauwelijks iemand meegaan. Dan scheen het weer wachten op funky stuff en aansporingen vanop het podium, om met de armen te zwaaien bijvoorbeeld.
Het meest geslaagde project van Jason Moran kunnen we dit niet noemen. Van hem zijn we vooral anders gewend.

 

 
 

Danny De Bock 

 
 
     


 

 

 


‘Spirit of Satch': DR. JOHN interprets Louis Armstrong

main stage 21u30

 

Dr John (zang, piano, Sarah Morrow (trombone, Music Director), Jamie Kime (gitaar), Roland Guerin (bas), Herlin Riley (drums),Gastzangeres: Cécile McLorin Salvant
Gasthoornsectie: Benjamin Herman (altsax), Lluc Casares (klarinet, tenorsax), Tini Thomsen (baritonsax), Jan van Duikeren, Jelle Schouten, Bart Maris (trompet)



 

 

Als zesvoudige Grammy-winnaar is Dr. John New Orleans’ bekendste Nighttripper. Uncle Satchmo sprak tot Dr. John in een droom om zijn eigen ding te kunnen doen om Louis Armstrong te gedenken. Louis is een fenomeen en een icoon in de jazz die de trompet populair maakte. Op het album van Dr. John ‘Ske-Dat-De-Dat… The Spirit Of Satch’ uit 2014 interpreteert hij het muzikale genie Armstrong van diens 50-jarige carrière. De indrukwekkende lijst gastmuzikanten van die plaat zijn vandaag vervangen door een Nederlandse blazerssectie met o.a. Benjamin Herman geleid door een ietwat matige tromboniste. Vooraan staat onze eigen Gentenaar Bart Maris. Hij is er erg op uit het beste te geven van zichzelf. Ze openen stevig met  ‘what a wonderful world’ dat erg uptempo wordt gespeeld. Bart Maris schittert in ‘Mac The Knife’.



Dr. John komt op als een oude knar van 74 jaar op twee stokken met zijn gracieuze versierde hoed. Saxofonist Benjamin Herman in een glansrol speelt gracieus in de ballade ‘That’s My Home’ . Na een tijdje blijft de trouwens sterke band steken in steeds hetzelfde gezapige tempo. Ik ben eerlijk gezegd niet zo'n grote fan van de krakelige stem van Dr. John maar o zo blij als de Sarah Vaughan van vandaag terug op de scene komt : Cécile McLorin Salvant . Zij zingt heel overtuigend 'Nobody Knows the Trouble I've Seen' en swingt in’I’ve Got The World On A String’. Leuk en anders is de trage versie van 'When the Saints Go Marchin' In' op het einde en met de hit 'Such a Night' is het toch wat feestelijk beklonken ook.


Michel Proesmans 

 

 

   
 

Net zo min als de Fats Waller Dance Party had het 'Spirit of Satch' Project ook maar iets van een set covertjes brengen. Plukken uit het repertoire van Louis Armstrong deed Dr. John wel, maar hij zette elk nummer naar zijn hand. Dat deed hij anders dan op de cd, hier met zijn kompanen van het moment. Daarbij viel om te beginnen Bart Maris op, die mee het concert opentrok met 'What a Wonderful World'. Trompet kon moeilijk ontbreken bij een hommage aan één van de grootste trompethelden uit de jazzgeschiedenis. Daar dan een plaatselijk boegbeeld bij inzetten, was een heerlijke zet. De aanwezigheid van Bart Maris was bovendien voor de hand liggend omwille van het Flat Earth Society album 'Armstrong Mutations' waarvoor Maris verschillende arrangementen had aangedragen.




In de rijke blend die Dr. John bracht, kregen ook andere instrumenten een opvallende rol. Na een paar nummers kwam trombonist en music director Sarah Morrow op het voorplan. Andere blazers zouden volgen en ook weer van de partij was Cécile McLorin Salvant, bijvoorbeeld in 'Nobody Knows The Trouble I've Seen'. Tegen dan was het weer eens fijn om haar geweldige stem te horen, want met heelder liedjes door de zang van Dr. John ging het op den duur toch wat de makke kant uit. Het deed een beetje vreemd om net dan het idee te krijgen dat deze zangeres met haar wijde bereik hier geen overtuigende, geen doorvoelde versie zong.
Van deze set onthouden we graag de versie van 'Mack The Knife' en de bijdragen van Bart Maris, die terugkwam. En dat het op het einde toch weer levendig en ook nog leuk dansbaar werd. 'Such A Night'.
 

 
 

Danny De Bock 

 
 
     
 
     
     
   
     
     


© JASSEPOES

 

 

 

up again !

 

 

back to start !